Naar inhoud springen

sneeuwen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Snorrebot (overleg | bijdragen)
k top: Leesonderzoek; refs
Snorrebot (overleg | bijdragen)
k top: vervanging sjabloon:=, zie Kroeg
 
Regel 35: Regel 35:
*[[sneeuwbril]]
*[[sneeuwbril]]
*[[sneeuwbui]]
*[[sneeuwbui]]

{{=}}
{{==}}
*[[sneeuwdek]]
*[[sneeuwdek]]
*[[sneeuwfrees]]
*[[sneeuwfrees]]
Regel 57: Regel 58:
*[[sneeuwklas]]
*[[sneeuwklas]]
*[[sneeuwklasse]]
*[[sneeuwklasse]]

{{=}}
{{==}}
*[[sneeuwklokje]]
*[[sneeuwklokje]]
*[[sneeuwkop]]
*[[sneeuwkop]]
Regel 79: Regel 81:
*[[sneeuwschaap]]
*[[sneeuwschaap]]
*[[sneeuwschans]]
*[[sneeuwschans]]

{{=}}
{{==}}
*[[sneeuwschild]]
*[[sneeuwschild]]
*[[sneeuwschoen]]
*[[sneeuwschoen]]

Huidige versie van 4 jul 2020 om 12:36

  • sneeu·wen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sneeuwen
sneeuwde
gesneeuwd
zwak -d volledig

sneeuwen

  1. onpersoonlijk (meteorologie) het vallen van hemelwater onder de vorm van sneeuwvlokken
Werkwoorden voor weersgesteldheden in het Nederlands

betrekkenbliksemendauwendonderendooiengietenhagelenijzelenmiezerenmistenmotregenennevelen
onwerenopklarenplenzenplensregenenregenensneeuwenstormenstortregenenvriezenwaaienweerlichten

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be