Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Arend


 
[1] Amerikaanse zeearend
  • arend
  • In de betekenis van ‘roofvogel’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • uit het Duits [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord arendje arendjes

de arendm

  1. (havikachtigen) dagactieve, middelgrote tot grote roofvogel met brede vleugels, stevige snavel en scherpe klauwen. Arenden werden en worden veel gebruikt als symbool door landen en organisaties, omdat ze macht, schoonheid en onafhankelijkheid zouden uitstralen
  • Een arend vangt geen vliegen.
Wie zelf in een hoge positie is, strijdt niet tegen minderwaardige personen
  • Waar een dood lichaam is, verzamelen zich de arenden.
Uitspraak toegeschreven aan Jezus Christus in het Nieuwe Testament, Matth. 24:28[3]
vervoeging van: aren
verbogen vorm: arende

arend

  1. onvoltooid deelwoord van aren
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
naamwoord arend arende

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels


enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels
  1. adelaar
  2. adelaar


enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels
  1. adelaar, Aadler
  2. adelaar, Aadler