Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: A, à, á, ä, å, â, ā, æ, ǽ, ǣ, А, а, Α, α, ɑ, @

a

  1. eerste letter van het Latijnse alfabet.
  2. IPA-symbool voor een vrije klinker zoals in Nederlands laat.


a

  1. (natuurkunde) voorvoegsel voor atto-, 10−18

a

  1. (wiskunde), (afkorting) symbool voor are, een oppervlaktemaat, gelijk aan 100 , gelijk aan tien bij tien meter
  2. (wiskunde), (afkorting) symbool voor acre, een Engelse oppervlaktemaat.
  3. (tijdrekening), (eenheid), (geologie), (astronomie) het symbool voor annum.
  4. (natuurkunde) het symbool voor versnelling.
    • De grootheid "versnelling" a wordt o.a. uitgedrukt in de eenheid m/s2 (geen symbool) 
  5. (kristallografie) het symbool voor een glijspiegelvlak waarbij een spiegeling gevolgd wordt door een halve verschuiving in de richting van de a-as.
  • [1]
  • [3]
  • [5]


  • a
enkelvoud meervoud
naamwoord a a's
verkleinwoord a'tje a'tjes

de av / m

  1. (taalkunde) de eerste letter van het alfabet
  2. het op de eerste plaats genoemde
  3. (muziek) de standaardmuziektoon van 440 Hz
  4. (muziek) de tiende toon van de chromatische, en de zesde toon van de diatonische toonladder
  5. (muziek), (afkorting) afkorting van “a-mineur
  6. het eerste element van een opsomming
  • [1] Volgens spellingregel 2.A wordt een lange a in een gesloten lettergreep gespeld als aa om het onderscheid met de korte a aan te geven (maat en mat, baas en bas.
  • [3] Kleine letter a bij: de naam van een toon, “kleine terts” en “mineur,” hoofdletter bij “grote terts” en “majeur”
  • [5] A
  • Wie a zegt moet ook b zeggen.
    • Als je aan iets bent begonnen moet je het ook afmaken
    • Stoppen is onverantwoordelijk
  • van A tot Z
    • Van het begin tot het einde.


enkelvoud meervoud
naamwoord a a's
  • Afgeleid van het Latijnse annus

a

  1. a; (afkorting) afkorting voor jaar


a

  1. (taalkunde) a (de eerste letter van het Anglo-Normandische alfabet)


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *aiwaz

a

  1. altijd


a

  1. 'n, een; onbepaald lidwoord


  • Afgeleid van het Middelhoogduitse ein

a

  1. 'n, een; onbepaald lidwoord


  • a

a o

  1. (muziek) de toon ”a”
  2. (muziek), (afkorting) afkorting van “a-mineur
    «Eine Sonate in a
    Een sonate in a.
  • Kleine letter a bij: een toon, “kleine terts” en “mineur, hoofdletter bij "grote terts" en "majeur"
  • [2] A


Naar frequentie 5

a

  1. een
  • an (voor woorden beginnend met een klinker)


vervoeging van
avoir

a

  1. derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van avoir

Hij heeft een cadeau voor je verjaardag.#:*Il a un cadeau pour ton anniversaire. 


a

  1. zij (meervoud)


a

  1. de, het
  • az (voor woorden beginnend met een klinker)


  • a

a

  1. en

a

  1. en; een verbondenheid uitdrukkend met de voorgaande zin


a

  1. in
  2. bij
  3. naar


a

  1. maar


ā + ablatief

  1. nevenvorm van ab vóór een medeklinker


a

  1. nou (om onwilligheid uit te drukken)


  • a

a v

  1. (muziek) a; de standaardmuziektoon van 440 Hz


  • a

a

  1. en


a

  1. ik; 1e persoon enkelvoud nominatief


  • Afgeleid van het Oudnederlandse a / ā

a v

  1. water, watering, watergang


  • a

a

  1. en


  • a
  • Afkomstig uit het Italiaans.

a

  1. (afkorting) de Noorse afkorting voor anno

a

  1. (wiskunde), (eenheid), (afkorting) de afkorting voor ar, een oppervlaktemaat

a

  1. (afkorting) de afkorting voor annet
  2. (afkorting) de afkorting for andre

a

  1. (voornamelijk) met, in, op, voor
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   a     a-en     a-er     a-ene  
genitief   a-s     a-ens     a-ers     a-enes  

a m

  1. (taalkunde) a, de eerste letter van het Noorse alfabet, klinker
  2. (muziek) a (kamertoon, normaaltoon, muzieknoot, geluid)
  • [2]: kammertone a
kamertoon a


  • a

a

  1. (afkorting) de Nynorske afkorting voor anno

a

  1. (wiskunde), (eenheid), (afkorting) de afkorting voor ar, een oppervlaktemaat

a

  1. (afkorting) de afkorting voor anna
  2. (afkorting) de afkorting for andre
  • Afkomstig uit het Italiaans.

a

  1. (voornamelijk) met, in, op, voor
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   a     a-en     a-ar     a-ane  

a m

  1. (taalkunde) a, de eerste letter van het Nynorske alfabet, klinker
  2. (muziek) a (kamertoon, normaaltoon, muzieknoot, geluid)
  • [2]: kammertone a
kamertoon a


  • a

a

  1. en


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *ahwō

a v

  1. water, rivier


  • a
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   a                    
genitief                        
datief                        
accusatief                        

a m

  1. (taalkunde) a, de eerste letter van het Oudnoorse alfabet, klinker


  • a

a

  1. en
  2. maar
  1. i, oraz
  2. ale, natomiast, zaś


  • a

a v

  1. het enkelvoudig bepaald vrouwelijk lidwoord


a

  1. 'n, een; onbepaald lidwoord


  • a

a

  1. a; de eerste letter van het Slowaakse alfabet.
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *a.

a

  1. en; twee woorden of twee zinnen verbindend.


a

  1. water


  • a
enkelvoud meervoud
a -

a v

  1. de letter a

a

  1. aan
  2. naar, in, tot
  3. om, om te
  4. op
  5. indien, als


 
a in Sitelen Pona
  • a

a

  1. een generieke uitroep


  • a

a

  1. a; de eerste letter van het Tsjechische alfabet.
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *a.

a

  1. en; twee woorden of twee zinnen verbindend.
  2. (wiskunde) plus; optelling.
  1. i, také, taky, (dialect: West-Boheems) ha
  2. plus

a

  1. en; een verbondenheid uitdrukkend met de voorgaande zin.

a

  1. (muziek) a; de naam van een toon, noot en akkoord.


a

  1. de (meervoud, wordt niet vertaald)


a

  1. en