zuigen
Uiterlijk
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
zuigen | zuigend |
zog | gezogen |
zuiging | |
zuigeling | |
zuiger |
- zui·gen
- In de betekenis van ‘(met de mond) naar zich toe trekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100.[1]
- erfwoord: Middelnederlands sūghen, uit Oudnederlands sūgan, ontwikkeld uit Oergermaans *sūgan-, bij Indo-Europees *seuḱ- ~ *seuǵ- ‘zuigen’, waartoe ook Latijn sūgere ‘zuigen’, sūcus ‘sap’, Litouws suñkti ‘uitpersen, filtreren’ en Oudkerkslavisch sŭsati ‘zuigen’ behoren.[2][3] Evenals Nederduits sugen, Duits saugen, Fries sûg(j)e en IJslands sjúga.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zuigen |
zoog |
gezogen |
klasse 2 | volledig |
zuigen
- een verlaagde druk aanleggen met de mond of met een apparaat
- Deze machines zuigen aan de bovenkant warme lucht aan.
- (van jonge kinderen en dieren) de moedermelk uit de tepels in zich opnemen
- (informeel) doorgaand treiteren, telkens opnieuw beginnen over iets met de bedoeling iemand anders kwaad te maken
- Zit niet zo te zuigen!
- aanzuigen, afzuigen, duimzuigen, inzuigen, leegzuigen, ontzuigen, opzuigen, stofzuigen, uitzuigen, vastzuigen, wegzuigen
- Ergens een punt(je) aan kunnen zuigen
Gezegd van de prestatie van een ander die niet makkelijk valt te evenaren
- Iets uit zijn duim zuigen
Iets fantaseren, verzinnen
1. (met de mond) naar zich toe trekken
2. de moedermelk in zich opnemen
- Het woord zuigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuigen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zuigen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zuigen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Kroonen, Guus, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013; blz. 489-90
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %