Naar inhoud springen

tuin

Uit WikiWoordenboek
  • tuin
enkelvoud meervoud
naamwoord tuin tuinen
verkleinwoord tuintje tuintjes

de tuinm

  1. (tuinbouw), (tuinieren) een omheind stuk grond waar bloemen gekweekt of groenten geteeld worden
    • Zijn al die bloemen voor je tuin bedoeld? 
  2. (Zuid-Nederlands, westelijk Noord-Brabants) heg, tenen omheining rond een hof
    • Een tuin is gemaekt van staken van wilgen hout in den grond gestoken, en met dunner takken van het zelve hout dicht doorvlochten.[3] 
  3. stuk onbebouwd terrein rond een huis
     Die nacht had ik in de tuin van Trail Angels Scout & Frodo gelogeerd, in een buitenwijk van San Diego.[4]
  4. (waterbeheer) eigenlijk 'vlechttuin', opstaande rij palen op een zinkstuk met daardoorheen gevlochten rijshout, ter voorkoming van het afrollen van ballaststeen
     In de rijshoofden aldaar werk 300 ellen tuin vernield en 105 vierk. ellen beslagwerk opgebroken[5]
  • De kap op de tuin hangen
  • Iemand om de tuin leiden
iemand beetnemen of bedriegen
vervoeging van
tuinen

tuin

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuinen
    • Ik tuin. 
  2. gebiedende wijs van tuinen
    • Tuin! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuinen
    • Tuin je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]
  1. "tuin" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. tuin op website: Etymologiebank.nl
  3. Arnold Moonen, Nederduitsche spraekkunst, ten dienste van in- en uitheemschen, uit verscheidene schryveren en aentekeningen, opgemaekt en uitgegeeven, uitg. Pieter Meyer, 1751, blz. 74
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 1 december 2021 Weblink bron “Uittreksel uit verslag van de Provincie” (4 september 1861), Zierikzeesche Courant
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


tuin

  1. tuin


tuin

  1. tuin


tuin

  1. tuin
  • Oude schrijfwijze: toen


tuin

  1. tuin