ruraal
Uiterlijk
- ru·raal
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘landelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- uit het Frans [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ruraal | ruraler | ruraalst |
verbogen | rurale | ruralere | ruraalste |
partitief | ruraals | ruralers | - |
ruraal [3]
- betrekking hebbend op het landelijke gebied en de agrarische samenleving aldaar
- Het rurale Malawi is een van de armste landen ter wereld, en een groot deel van de bevolking gelooft er in hekserij. Sinds half september zijn bij verschillende lynchpartijen al zeker zes mensen om het leven gebracht, nadat ze ervan verdacht werden vampiers te zijn. Naar aanleiding daarvan riepen de Verenigde Naties eerder deze week een groot deel van hun personeel terug uit het land. [4]
- Een punctuele bezorging in rurale gebieden wordt door de continue daling steeds lastiger te betalen, waarschuwt Verhagen die vanmorgen in Amsterdam de halfjaarresultaten presenteert. ,,Nu al is de bezorging in de helft van de buitengebieden verlieslatend." [5]
1. betrekking hebbend op het landelijke gebied en de agrarische samenleving aldaar
- Het woord ruraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ruraal" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ruraal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ruraal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 13/oktober/2017 door rdc
- ↑ Tubantia David Bremmer 07-augustus-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be