Naar inhoud springen

rear

Uit WikiWoordenboek
vervoeging
onbepaalde wijs to  rear 
he/she/it  rears 
verleden tijd  reared 
voltooid
deelwoord
 reared 
onvoltooid
deelwoord
 rearing 
gebiedende wijs  rear 

[A] rear

  1. overgankelijk grootbrengen
  2. overgankelijk kweken
  3. overgankelijk  fokken ww 
  4. overgankelijk oprichten, stichten
stellend vergrotend overtreffend
rear rearer rearest

rear

  1.  achterste bn 
enkelvoud meervoud
rear rears

rear

  1. achterste gedeelte, achtergedeelte, achterkant
  2. (anatomie) achterste, achterwerk, derrière

[B] rear

  1. overgankelijk achterin plaatsen
  2. overgankelijk, (vulgair) bij iemand anale seks bedrijven

[C] rear

  1. overgankelijk doen bewegen, verplaatsen
  2. overgankelijk, (verouderd) leven inblazen, tot leven brengen, levendig maken
  1. rear (v.1), Online Etymology Dictionary
  2. rear (n), Online Etymology Dictionary