karkiet

Nederlands

karkiet

Uitspraak

• Geluid:  karkiet    (hulp, bestand)
• IPA: / kɑrˈkit / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• kar·kiet

Woordherkomst en -opbouw

• klanknabootsing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	karkiet	karkieten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de karkiet m

1. (zangvogels) benaming voor vogels uit het geslacht Acrocephalus 

Synoniemen

• karakiet, karrakiet, karekiet

Gangbaarheid

• Het woord karkiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karkiet" herkend door:

35 %	van de Nederlanders;
17 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.