karekiet

Nederlands

Anno 2002 was de karekiet wereldwijd de vogel van het jaar

Zingende kleine karekiet

Uitspraak

• Geluid:  karekiet    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌkarəˈkit / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ka·re·kiet

Woordherkomst en -opbouw

• klanknabootsing, in de betekenis van ‘zangvogel’ aangetroffen vanaf 1779

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	karekiet	karekieten
verkleinwoord	karekietje	karekietjes

Zelfstandig naamwoord

de karekiet m

1. (zangvogels) benaming voor vogels uit het geslacht Acrocephalus  van de familie Acrocephalidae 

   • In het riet klonk de roep van een karekiet. 

Synoniemen

• karkiet

Hyperoniemen

• zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• kleine karekiet
• aguijankarekiet, Australische karekiet, basrakarekiet, bosrietzanger, carolinenkarekiet, Chinese karekiet, Chinese rietzanger, christmas-islandkarekiet, grote karekiet, hawaiikarekiet, hendersonkarekiet, Humes karekiet, Indische karekiet, Indische veldrietzanger, Kaapse rietzanger, Kaapverdische rietzanger, langsnavelkarekiet, madagaskarrietzanger, mangaiakarekiet, mangarevakarekiet, Mantsjoerijse veldrietzanger, mooreakarekiet, nachtegaalkarekiet, naurukarekiet, noordelijke markiezenkarekiet, pagankarekiet, papyrusrietzanger, pitcairnkarekiet, rietzanger, rimitarakarekiet, rodriguesrietzanger, saipankarekiet, seychellenrietzanger, struikrietzanger, tuamotukarekiet, veldrietzanger, waterrietzanger, west-genootschapskarekiet, zuidelijke markiezenkarekiet, zwartbrauwrietzanger, zwartkoprietzanger

Hyponiemen

• markiezenkarekiet

Vertalingen

    1. benaming voor vogels uit het geslacht Acrocephalus   

Duits: Rohrsänger (de) m

Engels: reed warbler (en)

Gangbaarheid

• Het woord karekiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karekiet" herkend door:

71 %	van de Nederlanders;
65 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.