Naar inhoud springen

handomdraai

Uit WikiWoordenboek
  • hand·om·draai
enkelvoud meervoud
naamwoord handomdraai
verkleinwoord handomdraaitje

de handomdraaim

  1. snelle, moeiteloze handeling
    • Ik zal u wel even helpen want ik kan dat probleem in een handomdraai verhelpen zei de behulpzame man tegen de oude vrouw. 
    • Dit zijn verworvenheden die niet met een handomdraai ongedaan gemaakt zouden kunnen worden, als de economische toestand daar eens om zou gaan vragen, bij gebreke waarvan het land in strijd zou komen met de bepalingen van het Stabiliteitspact. [1]
  1. ommezien, ogenblik, wip
  • de hand niet omdraaien voor
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]