falsificeren
Uiterlijk
- fal·si·fi·ce·ren
- met het achtervoegsel -eren
falsificeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
falsificeren |
falsificeerde |
gefalsificeerd |
zwak -d | volledig |
- de onjuistheid van een theorie of uitspraak aantonen
- Wat drijft onderzoekers? Nieuwsgierigheid. De wereld willen verbeteren. Kennis willen bijdragen. Jonge mensen willen opleiden. Zonder al deze deugden kan een wetenschapper niet slagen, maar hierbij blijft het niet. Ook geldingsdrang is vereist. Beroemd willen worden. Iets voor de eerste keer willen ontdekken. In de filosofie werden deze ijdelheden vertaald in de noodzaak om te falsificeren. Volgens de Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper ligt de vooruitgang in de wetenschap in het falsificatieprincipe – de voortdurende wil om eerder gevonden resultaten onderuit te halen. Nog beter voelt het om de eerste te zijn en aan anderen de eer te laten de fouten in je resultaten te ontdekken.[1]
- De theorie is dus het zoeklicht waarmee naar de waarneembare wereld wordt gekeken.Dat wordt ook geïllustreerd door de Bijlmerramp. Zonder een acceptabele 'theorie' over de aard en de mate van blootstelling van mensen, was het namelijk niet duidelijk waarnaar gezocht moest worden, en werd het verrichten van metingen/onderzoek als weinig zinvol gezien.Het gaat dus niet om de bevestiging van 'de waarheid' vanuit het waarnemingsmateriaal, maar om het 'falsificeren', het aantonen van 'onwaarheid'. Theorieën zijn daarom ook nooit als 'waar' aan te merken, hoogstens kan er een zekere mate van waarschijnlijkheid aan worden toegekend. Z[2]
- liegen en bedriegen door te vervalsen
- Het falsificeren van onderzoeksresultaten is de ernstigste vorm van wetenschappelijk wangedrag. De mate waarin het wordt ingezet door medici ter vergroting van hun kansen op de arbeidsmarkt is verontrustend. [3]
- Hoewel falsificeren van wetenschappelijke theorieën de hoeksteen is van de wetenschap, is het falsificeren van onderzoeksresultaten een ernstige vorm wetenschappelijk wangedrag.
- [1] logenstraffen, falsifiëren
- [2] nabootsen, namaken, vervalsen
- Het woord falsificeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "falsificeren" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ NRC 23 mei 2012 Ad Lagendijk
- ↑ Volkskrant N.D. van Egmond 13 september 1999
- ↑ NRC Arjen H.G. Cleven Kim van Kaam Baer Arts 12 juni 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 81 %
- Prevalentie Vlaanderen 68 %