Naar inhoud springen

namaken

Uit WikiWoordenboek
  • na·ma·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
namaken
maakte na
nagemaakt
zwak -t volledig

namaken

  1. overgankelijk imiteren van een reeds bestaand voorbeeld
    • De pasjes werden erg professioneel nagemaakt. 

de namakenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord namaak
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be