cognac
Uiterlijk
- cog·nac
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘soort brandewijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1790 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cognac | cognacs |
verkleinwoord | cognacje | cognacjes |
de cognac m
- (drinken) Franse brandewijn die in en rond Cognac uit wijn gestookt wordt
- Het woord cognac staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cognac" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cognac" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Margot Dijkgraaf 2 februari 2012
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be