Millich

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈmɪlɪç /

Woordafbreking

• Mil·lich

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van Duits:  Milch zn  ← Middelhoogduits:  milich zn  en  milch zn  ← Oudhoogduits:  miluh zn 

	enkelvoud (onbepaald)	enkelvoud (bepaald)	meervoud (onbepaald)	meervoud (bepaald)
nominatief	en Millich	die Millich	- - -	- - -
datief	re Millich	der Millich	- - -	- - -
accusatief	en Millich	die Millich	- - -	- - -

Zelfstandig naamwoord

Millich, v, geen meervoud

1. (veeteelt) melk (product van veeteelt; diervoeder, dierenvoeder)

   «Datt misse sie Millich, Brot un Oier kaafe.»

   Er moeten ze melk, brood en eieren kopen.

2. (drinken), (voeding) melk (drank, melkproduct)
3. (kookkunst) melk (ingrediënt)
4. in samengestelde woorden met andere betekenissen

• 
  [2]: En Glaas Millich
  Een glas melk

Hyponiemen

• [2]:  Buddermillich zn 
• [4]:  Dauwemillich zn 

Afgeleide begrippen

   

[3]: Millichbrei [1]: Millichfiewer [4]: Millichgraawe [4]: Millichgraut [4]: Millichhaar [3]: Millichhaffe [1]: Millichhaus [1]: Millichkann [1]: Millichkeller [1]: Millichkuh [1]: Millichmann [1]: Millichoder [1]: Millichsaft [1]: Millichseiche [1]: Millichseih [3]: Millichsupp [1]: Millichwaage [1]: Millichwagge [4]: Millichzaah [4]: Millichzoh

Opmerkingen

• Duits: Milch, v
• Engels: milk

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Riograndenser Hunsrückisch

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• Mil·lich

Zelfstandig naamwoord

Millich, v

1. (veeteelt) melk (product van veeteelt; diervoeder, dierenvoeder)
2. (drinken), (voeding) melk (drank, melkproduct)
3. (kookkunst) melk (ingrediënt)

Afgeleide begrippen

• Millichkocher

Opmerkingen

• Duits: Milch, v
• Engels: milk