Naar inhoud springen

Urukperiode

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Urukperiode
man met baard, Urukperiode Het Louvre
man met baard, Urukperiode
Het Louvre
Regio Mesopotamië
Periode Vroege bronstijd
Datering 4000 - 3100 v.Chr.
Typesite Uruk
Voorgaande cultuur Obeidcultuur
Volgende cultuur Jemdet Nasr
Portaal  Portaalicoon   Archeologie
Prehistorisch Mesopotamië pre–3100 v. Chr.
Hassunacultuur 6400-5800[1]
Samarracultuur 5500-4800
Halafcultuur 5500-4500
Obeidcultuur 5500-4000
Urukperiode 4000-3100
Sumerië
Jemdet Nasr-periode 3100-2900
Vroeg-dynastieke periode 2900-2350
Ebla 2500-2350Mari 2900- 1750
Akkadische Rijk 2350-2150
Guti-overheersing 2212–2120
Neo-Sumerische Rijk 2120–2004
Tijd van Isin en Larsa 2004–1763 v. Chr. Oud-Assyrische periode 2000–1756 v. Chr.
Babylonië
Oud-Babylonische Rijk 1750-1595
Karduniaš 1590-1100
Midden-Babylonische Rijk
Mitanni 15e eeuw
Midden-Assyrische Rijk 1400-1200
Hanigalbat 1400-1200
Nieuw-Assyrische Rijk 900-609
Nieuw-Babylonische Rijk 626-539
Portaal  Portaalicoon  Geschiedenis
Portaal  Portaalicoon  Mesopotamië

De Urukperiode (ca. 3900/3700 - 3100/2900 v.Chr.) beschrijft de vroeg-Sumerische fase in de geschiedenis van Mesopotamië die volgde op de Obeidcultuur. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat Uruk tijdens deze periode het culturele centrum van de regio was. Uruk wordt wel gezien als het eerste voorbeeld van wat wel de stedelijke revolutie is genoemd en met de combinatie van het ontstaan van het schrift wordt Uruk gezien als de eerste beschaving.

Het archaïsche beeldschrift begint zich in deze periode te ontwikkelen, maar zal nog een lange ontwikkeling ondergaan. Het lexicaal genre ontstaat in deze periode.[2]

Periodisering

[bewerken | brontekst bewerken]

De Urukperiode wordt gewoonlijk in een vroege, midden en late Urukperiode onderverdeeld.

  • Vroeg-Uruk – 4100-3800 v.Chr.
  • Midden-Uruk – 3800-3300 v.Chr.
  • Laat-Uruk – 3300-3000 v.Chr.

Vooral de chronologie van de laatste periode is een probleem: het blijkt erg moeilijk te zijn de verschillende archeologische vindplaatsen te synchroniseren.

De Urukperiode is recentelijk opnieuw onderverdeeld in een nieuwe chronologie die tot doel had eerdere meer regio specifieke chronologieën samen te voegen. Zij wordt vernoemd naar het Late Chalcolithicum (LC in het kort) en de nieuwe chronologie is als volgt;

  • LC1 – (ca. 4400-4200 v.Chr.), ook wel eind-Ubaid
  • LC2 – (ca. 4200-3900 v.Chr.), vroeg-Uruk
  • LC3 – (ca. 3900-3600 v.Chr.), vroeg-midden-Uruk
  • LC4 – (ca. 3600-3400 v.Chr.), laat-midden-Uruk
  • LC5 – (ca. 3400-3000 v.Chr.), laat-Uruk

De ontwikkeling van de cultuur tijdens de hele periode is overigens nog onderwerp van debat, maar heel in het algemeen is er toch wel iets over te zeggen. In de eerste periode was de ontwikkeling van grote stedelijke centra in Neder-Mesopotamië en het begin van expansie naar aangrenzende gebieden. Tijdens de tweede periode trad er een consolidatie op van het systeem; steden verschenen, evenals de staat en een administratie- en boekhoudsysteem waaruit het schrift zich ontwikkelde en in de laatste periode werd het schrift volwassen. In de laatste fase werden de regionale verschillen weer groter.

Keramiek en beeldhouwwerk

[bewerken | brontekst bewerken]
Links zijn de opmerkelijk eenvoudige kommen te zien uit de Urukperiode.

Opmerkelijk is het verschil in aardewerk met de voorgaande culturen. Waar het aardewerk van eerdere culturen mooi vormgegeven en beschilderd waren, zijn van deze periode veel onbewerkte eenvoudige schalen en potten teruggevonden. Dit lijkt een antwoord op de toegenomen bevolking, waarop massaproductie het antwoord was. Dit werd mogelijk met de uitvinding van het pottenbakkerswiel. De zogenaamde beveled-rim bowls (kom met afgekante rand) worden overal in de invloedssfeer van Uruk aangetroffen. Er is nog onenigheid over waar dit typische en erg eenvoudige aardewerk voor gebruikt werd. Er werd echter ook vaatwerk van betere kwaliteit vervaardigd; er waren ware kunstwerken bij, zoals de Vaas van Uruk, een vaas van albast die nu in het museum voor oudheden van Bagdad staat.

Een van de oudste beeldhouwwerken is een indrukwekkende witmarmeren godinnenhoofd uit Uruk, eveneens te bezichtigen in het Nationaal Museum van Irak in Bagdad en daterend uit ca. 3500-3000 v.Chr. en gevonden in de Inannatempel. Het bevat ook goud en lapis lazuli, bijeengehouden door bitumen. De beeldhouwkunst blijkt verder uit votiefbeeldjes uit talloze heiligdommen.

Stempelzegel uit de Urukperiode
Het Louvre

Het belangrijkste middel van bestaan was de landbouw. De inzet van de voorloper van de ploeg maakte de landbouw nog productiever. Er werden schapen gehouden voor vlees en wol. In de administratieve teksten wordt vaak de aan- of verkoop van dieren vermeld en het werk van ambachtslieden. Er is zelfs een woordenlijst gevonden met een opsomming van de belangrijkste beroepen van die tijd. In deze periode nam de handel met verre streken een hoge vlucht. Bepaalde vindplaatsen, zoals Habuba Kabira, Djebel Aruda en Godin Tepe, waren waarschijnlijk handelscentra die door de kooplieden uit Uruk en andere streken bezocht werden. Er wordt vanwege de vele vondsten van door Uruk geïnspireerde of uit Uruk afkomstige voorwerpen in nederzettingen die handelsroutes moesten beschermen wel van een kolonisatie door Uruk gesproken. Uruk was nadrukkelijk aanwezig in Susa en in Syrië en Anatolië.

Door de groeiende handel met het Middellandse Zeegebied, de Levant, Klein-Azië en het gebied langs de Perzische Golf en de daardoor noodzakelijk geworden documentatie- en administratie ontstond via op kleitabletten afgedrukte rolzegels het schrift.

De beschaving die ontstond tijdens de Urukperiode duidt het begin van het Oude Nabije Oosten aan, al was dit geen unilineaire vorm van culturele evolutie. Zo verdween na de Urukperiode in het noorden de invloed uit Babylonië en daarmee zaken als het schrift. In het zuiden had de Urukperiode een blijvende invloed, wat terug is te zien in de Vroeg-dynastieke Periode van Soemer en Elam.

In de late Uruk-periode ontstonden de eerste georganiseerde en versterkte steden als centra van macht en bestuur, met arbeidsspecialisaties en de consolidatie van leiderschap en een heersende klasse. Uruk was in die tijd de leidende stad. De nieuwe sociale structuur werd weerspiegeld in de architectuur: grote gebouwen voor samenkomsten, monumentale tempels en paleiscomplexen met representatieve versieringen. Voor het eerst werden monumentale sculpturen gemaakt.

In het late Uruk-tijdperk kan men voor het eerst in de menselijke geschiedenis van een echte stedelijke manier van leven spreken. De tienvoudige toename van de bevolking was ongekend in deze periode, en de groei zette zich voort in de volgende Jemdet Nasr-periode.

Sociale structuur

[bewerken | brontekst bewerken]

De heerschappij van priesters ontwikkelde zich tot een religieus gelegitimeerd koningschap. Opvallende, op hoge terrassen geplaatste gebouwen worden beschouwd als de voorlopers van de latere tempeltorens (ziggurats).

  • G. Algaze, The Uruk World System : The Dynamics of Early Mesopotamian Civilization, Chicago, 1993
  • Reinhard Bernbeck, Die Auflösung der häuslichen Produktionsweise: das Beispiel Mesopotamiens. Berliner Beiträge zum Vorderen Orient 14 (Berlin, D. Reimer 1994).
  • P. Butterlin, Les temps proto-urbains de Mésopotamie : Contacts et acculturation à l'époque d'Uruk au Moyen-Orient , Paris, 2003.
  • A. Caubet en P. Pouyssegur : Der alte Orient – von 12.000 bis 300 v. Christus. Komet Verlagsgesellschaft, Frechen (ohne Jahr, französische Originalausgabe 2001). ISBN 3-89836-192-6
  • B. Hrouda: Mesopotamien – Die antiken Kulturen zwischen Euphrat und Tigris. C. H. Beck, München 1997, 4. Auflage 2005. ISBN 3-406-46530-7
  • M. S. Rothman (dir.), Uruk Mesopotamia and its neighbours : cross-cultural interactions in the era of state formation, Santa Fe, 2001
  • G. J. Selz : Sumerer und Akkader – Geschichte, Gesellschaft, Kultur. C.H. Beck, München 2005. ISBN 3-406-50874-X
Zie de categorie Uruk Period van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.