Tere hartschelp
Tere hartschelp | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Acanthocardia paucicostata (Sowerby, 1839) Originele combinatie Cardium paucicostatum | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Lijst
| |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||||||||
|
De Tere hartschelp (Acanthocardia paucicostata) is een in zee levende tweekleppige weekdiersoort uit de familie van de Cardiidae (onderfamilie Lymnocardiinae).
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Schelpkenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De Tere hartschelp bezit een relatief dunschalige, bijna ronde iets scheefovale schelp. Vanuit de top lopen tot maximaal 18 radiaire ribben. De ruimten tussen de ribben zijn bijna even breed als de ribben zelf. Vooral tussen maar ook wel zichtbaar op de ribben is een sculptuur van fijne maar scherp afgetekende concentrische dwarslijntjes aanwezig. Op het midden van de ribben loopt een verhoogde richel waarin op regelmatige afstand korte dorens staan. Deze stekels zijn bij de voorrand langer. De ribben hebben een driehoekige dwarsdoorsnede. De groeven aan de binnenkant van de schelp (de holle ribben) zijn duidelijk zichtbaar en lopen door tot bijna onder de top.
Acanthocardia paucicostata heeft een heterodont slot: in de linkerklep 2 en in de rechterklep 1 cardinale tand en 2 laterale tanden in beide kleppen. Het slot is in zijn geheel minder robuust als bij de verwante Acanthocardia soorten.
De schelp is geelbruin van kleur en heeft vaak donkerbruine banden. De binnenzijde is wit, porseleinachtig glanzend. Het periostracum is groenbruin en is bij vers materiaal vooral aanwezig tussen de ribben. Strandmateriaal is vaak bruin of blauw verkleurd.
Afmetingen van de schelp
[bewerken | brontekst bewerken]- lengte: tot 50 millimeter (meestal kleiner)
- hoogte: tot 45 millimeter (meestal kleiner)
Levenswijze
[bewerken | brontekst bewerken]De dieren leven ingegraven in een zand- of modderbodem, uitsluitend sublitoraal. Ze komen voor vanaf de laagste laagwaterlijn tot enkele tientallen meters waterdiepte. De soort behoort tot de infauna en filtert het voedsel uit het zeewater.
Voorkomen
[bewerken | brontekst bewerken]Dit is een Zuidelijke soort die tot voor kort niet in de Noordzee leefde. Sinds de jaren 1990 wordt zij levend in de Grevelingen aangetroffen.[1]
Fossiel voorkomen
[bewerken | brontekst bewerken]Acanthocardia paucicostata is in het Noordzeebekken alleen uit het Eemien bekend. Exemplaren die (zeldzaam) op het Noordzeestrand aanspoelen hebben alle deze ouderdom.
Meer afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Lijst van Mollusca
- Lijst van mariene mollusken in België en Nederland
- Termen in gebruik bij de beschrijving van schelpen
- Termen in gebruik bij de beschrijving van weekdier anatomie
- ↑ Jeroen Goud (2002), De Tere hartschelp, Acanthocardia paucicostata (Sowerby) (Bivalvia, Heterodonta, Cardiidae) nu in de Grevelingen gevestigd?, Basteria, 66(1/3), 106–106.
- ↑ (fr) Lorié, J., 1887. Contributions a la géologie des Pays Bas III. Le Diluvium plus récent ou sableux et le système Eémien. Archives Teyler, Ser. II, Vol. III: 104-160.
- (nl) Bruyne, R.H. de, 2004. Veldgids Schelpen. KNNV Uitgeverij, ISBN 90-5011-140-8, 234 pag.
- (nl) Goud, J., 2002. De Tere hartschelp, Acanthocardia paucicostata (Sowerby) (Bivalvia, Heterodonta, Cardiidae) nu in de Grevelingen gevestigd? Basteria, 66: 106, ISSN 0005-6219.
- (fr) Lorié, J., 1887. Contributions a la géologie des Pays Bas III. Le Diluvium plus récent ou sableux et le système Eémien. Archives Teyler, Ser. II, Vol. III: 104-160.
- (nl) Moerdijk, P.W., Poorten, J.J. ter, 2006. Acanthocardia sliggersi spec. nov. (Bivalvia, Cardiidae) from the Late Pliocene and Early Pleistocene of The Netherlands. Basteria, 70(1-3): 89-96.
- (nl) Moerdijk, P.W., Janssen, A.W., Wesselingh, F.P., Peeters, G.A., Pouwer, R., Van Nieulande, F.A.D., Janse, A.C., Van Der Slik, L. (†), Meijer, T., Rijken, R., Cadée, G.C., Hoeksema, D., Doeksen, G., Bastemeijer, A., Strack, H., Vervoenen, M., Ter Poorten, J.J., 2010. De Fossiele Schelpen van de Nederlandse kust. In: Geologie van Nederland, NCB NATURALIS, Leiden, 320 pp.; ISBN 978-90-5011-342-7.
- (nl) Spaink, G., 1958b. De Nederlandse Eemlagen, I: Algemeen overzicht. Wetenschappelijke Mededelingen Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging 29, 44 pp.