Pieterszorg
Pieterszorg | |
Land | Suriname |
Waterlichamen | Commewijne |
Produceert | Rietsuiker |
Beschreven op | www.surinameplantages.com |
Pieterszorg (ook wel gespeld Pieterzorg) was een suikerrietplantage aan de Commewijnerivier in het district Commewijne in Suriname. Zij lag links bij het opvaren, stroomafwaarts naast plantage Leyerdorp en stroomopwaarts naast plantage Rust en Werk.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Suikerrietplantage
[bewerken | brontekst bewerken]De plantage werd, samen met de buurplantage Andreesgift, als een van de laatste in het Commewijnegebied aangelegd. Op de kaart van Alexander de Lavaux uit 1737 en de aangepaste versie van 1770 stonden de plantages wel ingetekend, maar hadden ze nog geen naam. Andreesgift werd aangelegd door Gerard Adriaan André en Pieterszorg door zijn broer Marinus Pieter.
De beide plantages werden op den duur samengevoegd. In 1793 was de oppervlakte van Pieterszorg 916 akkers. Hiervan was 416 akkers van Andreesgift en 500 akkers van Pieterszorg.
Na het overlijden van Marinus Pieter werden zijn drie schoonzonen de eigenaren. Dit waren Anton Wharton White, Edward Wylde en Joachim Cooper Hayward. De laatste eigenaar was M.A. Grubbe. De laatste twee hebben hun aandeel tussen 1843 en de emancipatie in 1863 verkocht. Wel werd Wilhelm Eduard Ruhmann als derde eigenaar genoemd.
Bij de afschaffing van de slavernij in Suriname (1863) werden op Pieterszorg 118 slaven vrijgemaakt, waarbij 23 nieuwe familienamen werden geboekstaafd, te weten: Adnis, Biljoen, Blatz, Block, Christianussen, Doest, Goedig, Huske, Livino, Maasdam, Mactosh, Niemel, Pieterszorg, Platof, Reckerts, Reginald, Rustman, Schalkwijk, Sluitman, Snelvoet, Veerhuis, Whyte, Zwellert.
Cacaoplantage
[bewerken | brontekst bewerken]Pieterszorg werd daarna verkocht aan de familie Polak die overschakelde op de teelt van cacao. Voor de schaduw werd banaan als bijproduct verbouwd. Het areaal dat in cultuur was, werd langzaam uitgebreid, mede doordat de plantage genoeg arbeiders bleef houden. Vanaf 1904 was de plantage een Naamloze Vennootschap. Tevergeefs probeerde men de in Nederland verblijvende eigenaren te interesseren in het contract dat gesloten werd met de United Fruit Company voor de grootscheepse teelt van banaan.
In 1910 was H. Benjamins de eigenaar. Van 1925 tot 1937 was de plantage in het bezit van G. van Dien jr. Als N.V. Cultuurmaatschappij Pieterszorg was het een koffieplantage geworden. Het kantoor van Van Dien verzorgde ook de administratie voor Zorg en Hoop en voor La Liberté.
De plantage werd tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog sterk verwaarloosd. In 1947 kwam de plantage in het bezit van de firma Jamin. Samen met Elisabeth's Hoop, Berlijn, Maasstroom en Rust en Werk werd het één grote onderneming, de Verenigde Cultuur Maatschappijen N.V. Het was de bedoeling om de plantage opnieuw te ontginnen en te beplanten met cacao, als grondstof voor de chocolade-industrie. Een aantal extreem droge seizoenen in de jaren zestig ruïneerde de oogsten en maakte aan deze poging een einde.
- Algemeen Handelsblad, 4 oktober 1861, nr. 9294.
- Algemeen Handelsblad, 6 augustus 1906, jaargang 79, nr. 24882.
- De Surinaamse familie De Bye.
- Suriname: koloniaal nieuws- en advertentieblad, 6 maart 1923, jaargang 75, nr. 19.
- Aa, A.J. van der (1846): Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden. 9e deel, p. 179, Gorinchem: Jacobus Noorduyn.
- Brown, C. (1793-1795): Surinaamsche Staatkundige Almanach. Paramaribo: Wilkens.
- Dikland, Philip: Oud archief der burgerlijke stand in Suriname.
- Dikland, F., Hest, C. van et al. (2011): Surinaamse architectuurdocumentatie: Frederikslust.
- Hove, Okke ten & Heinrich E. Helstone & Wim Hoogbergen (2003): Surinaamse emancipatie 1863. Familienamen en Plantages. Amsterdam: Rozenberg Publishers [Bronnen voor de studie van Suriname, deel 24]. ISBN 978 90 5170 777 9