Het statige standbeeld
Het statige standbeeld | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks | Suske en Wiske | |||
Volgnummer | 124 | |||
Scenario | Paul Geerts | |||
Tekeningen | Paul Geerts | |||
Lijst van verhalen van Suske en Wiske | ||||
|
Het statige standbeeld is het honderdvierentwintigste stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven en getekend door Paul Geerts en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 28 september 1978 tot en met 8 februari 1979. De eerste albumuitgave in de Vierkleurenreeks was in juni 1979, met nummer 174.
Personages
[bewerken | brontekst bewerken]- Suske, Wiske, tante Sidonia, Lambik, Jerom, gouverneur Sardinas de Pilchardos, Verdello de Pico (secretaresse), werklieden, prinses Atlanta, René Rosseel (beeldhouwer van standbeeldje Suske en Wiske)
Uitvindingen
[bewerken | brontekst bewerken]De gyronef
Locaties
[bewerken | brontekst bewerken]- de kust van België, de Azoren, São Miguel, kratermeer Lagoa das Sete Cidades, Poseidopolis (de eeuwig verzwolgen hoofdstad van Atlantis) met paleis, een atelier in Leuven
Het verhaal
[bewerken | brontekst bewerken]Tijdens een vakantie aan de kust leest Lambik dat Suske en Wiske een standbeeld krijgen. Lambik wordt uitgenodigd door gouverneur Sardinas de Pilchardos nadat de secretaresse van de gouverneur, Verdello de Pico, een foto van hem heeft gemaakt. Als Lambik aankomt in het kantoor van de gouverneur, kan hij een inbreker wegjagen. Meneer Pilchardos vertelt dat hij gouverneur is van de eilandengroep de Azoren en stelt voor om ook een standbeeld voor Lambik op te richten op São Miguel. De vrienden zien de inbreker opnieuw op het strand, maar hij kan opnieuw ontsnappen.
De vrienden vertrekken met de expeditie. Tante Sidonia en Jerom blijven achter en zien dat er een kist met duikapparatuur is achtergebleven. Jerom vraagt zich af waar deze apparatuur voor nodig is en gaat met tante Sidonia naar huis. Op het eiland aangekomen beginnen de werkzaamheden al snel en Lambik staat model voor de beeldhouwer die zijn hoofd maakt. Maar dan worden de werktuigen gesaboteerd. De vrienden besluiten ’s nachts de wacht te houden, maar ondanks hun waakzaamheid vindt er een ontploffing plaats.
De ontploffing is een teken en de lokale bevolking gaat naar de bouwplaats en eisen dat de werkzaamheden gestaakt worden, ze willen geen groot en ontsierend standbeeld op hun mooie eiland. ’s Nachts wordt Verdello de Pico ontvoerd waarna de gouverneur besluit om de werkzaamheden te staken. Lambik is woedend, maar voorkomt ondanks zijn wrok even later dat een groot rotsblok het dorp verwoest. Na deze heldendaad besluit de bevolking dat er toch een standbeeld voor Lambik moet komen en de werkzaamheden gaan dus alsnog door. Verdello blijkt weer te zijn vrijgelaten.
Wiske vindt het gek dat er ’s nachts arbeiders verdwijnen met hun vrachtwagens met gedoofde lichten. Ze vragen de volgende dag aan Verdello of zij weet wat dit te betekenen heeft, maar zij reageert ontwijkend. Suske en Wiske verstoppen zich ’s nachts in de laadbak van een vrachtauto. Ze zien bij een meer hoe duikers het water in gaan en ze waarschuwen Lambik, de expeditie om zijn beeld te maken is vermoedelijk een dekmantel voor iets anders. Lambik denkt dat er een tweede standbeeld voor hem wordt opgericht en de kinderen besluiten zelf op onderzoek te gaan. Suske en Wiske vinden op de bodem van het kratermeer een verzonken stad en zien een gouden beker, maar Suske raakt bekneld onder neerstortende steenblokken.
Er komt een vrouw tevoorschijn die Suske bevrijdt uit het puin. De kinderen volgen haar naar haar paleis in Poseidopolis, de eeuwig verzwolgen hoofdstad van Atlantis. De prinses vertelt dat ze prinses Atlanta is. Het eiland werd na een aardbeving door een vloedgolf opgeslokt en de prinses verloor haar smaragden muiltjes en haar blauwe hoofddoek, waardoor de ene helft van het meer nu blauw en de andere helft ervan groen is. De andere overlevenden vertrokken met ruimteschepen naar een andere planeet, maar de prinses mag pas vertrekken als ze haar hoofddoek en muiltjes terugheeft. De kinderen beseffen dat de geheime expeditie ook op zoek is naar deze voorwerpen.
Als de kinderen weer aan wal komen, worden ze door Verdello en haar handlangers gevangengenomen. Het standbeeld is intussen af en Verdello maakt Lambik wijs dat Suske en Wiske al met het vliegtuig naar huis zijn gegaan. Er zijn veel fotografen om het beeld te fotograferen. Verdello vraagt Lambik naast zijn eigen standbeeld te poseren. Lambik klimt omhoog en glijdt dan uit over een poel groene zeep die Verdello en haar handlanger daar bewust hadden uitgesmeerd. Hij valt een eind naar beneden, maar overleeft de aanslag.
Lambik belt tante Sidonia in het naastgelegen dorp. Hij hoort dat Suske en Wiske niet thuis zijn. Op de terugweg kan hij net langs meerdere hindernissen rijden. Lambik vraagt Verdello om opheldering, maar wordt dan neergeslagen en bij Suske en Wiske opgesloten. De duikers komen in het paleis van Atlanta en zij waarschuwt dat ze hen zal straffen als ze niet meteen vertrekken. De mannen weigeren en Atlanta laat de grond beven, waarna de mannen in paniek vertrekken. Verdello besluit zelf te duiken als de mannen vertrokken zijn, waarop Atlanta de verzonken stad laat instorten. De vulkaan barst uit en de omgeving wordt bedolven door lava en vuur. Verdello en haar drie handlangers vluchten naar het hoofd van Lambiks standbeeld. Een vloedgolf neemt de barak waar de vrienden gevangen zijn mee en ze kunnen ternauwernood ontsnappen doordat Jerom aankomt. De berg waarop de boeren zich verschanst hebben dreigt in te storten, maar de boeven worden op tijd gered en aan de politie uitgeleverd. Dan stort de berg met het standbeeld van Lambik in.
De vulkaanuitbarsting is voorbij en Suske, Wiske en Jerom duiken nog eenmaal naar de onderwaterstad. Ze zien dat de stad onder de lava bedolven is, als bescherming tegen ongenode gasten. De kinderen zien dat het meer nog altijd twee kleuren heeft en vragen zich af of dit ooit zal veranderen. Tante Sidonia komt met de gyronef om haar vrienden op te halen en Lambik neemt de neus van zijn standbeeld mee, het enige wat er nog van het beeld over is. De vrienden gaan gezamenlijk naar Leuven om het beeldje van Suske en Wiske te bekijken. Ze ontmoeten René Rosseel.
Achtergronden bij het verhaal
[bewerken | brontekst bewerken]Aan het einde van het verhaal bezoeken Suske, Wiske, Lambik, Jerom en Tante Sidonia beeldhouwer René Rosseel in diens atelier om het afgewerkte beeld van Suske en Wiske te bewonderen. In De adellijke ark een verhaal dat uitkwam kort na Het statige standbeeld, bekijken Suske en Wiske het beeld nogmaals, dit keer in de Antwerpse Zoo, waar het ook in het echt te bezichtigen valt.
Uitgaven
[bewerken | brontekst bewerken]Publicaties | ||||
---|---|---|---|---|
Krant of tijdschrift | Nummer | Publicatiedatum | Voorganger | Opvolger |
De Standaard / Het Nieuwsblad | 92 | 28 september 1978 - 8 februari 1979 | Het drijvende dorp | De pompenplanters |
Het Nieuwsblad van het Zuiden | 75 | 6 april 1979 - 16 augustus 1979 | Het drijvende dorp | De pompenplanters |
Het Binnenhof | 33 | 13 april 1979 - 23 augustus 1979 | Het drijvende dorp | De pompenplanters |
Albumuitgaven | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks of collectie | Nummer | Eerste druk | Voorganger | Opvolger |
Vierkleurenreeks | 174 | juni 1979 | Het drijvende dorp | De kadulle Cupido |
Suske en Wiske Collectie | 27 | 1988 |
Externe link
[bewerken | brontekst bewerken]- Het statige standbeeld, Suske en Wiske op het WWW