Naar inhoud springen

Grootmeester (hofhouding)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Grootmeester is het hoofd van de hofhouding van een wereldlijke of geestelijke vorst.

Aan het Belgisch hof werd tot 2006 de functie van grootmeester vervuld door de grootmaarschalk van het Hof. Tegelijk met het vertrek van grootmaarschalk Franck De Coninck in oktober 2006 werd ook dit ambt afgeschaft en werden zijn taken verdeeld over de hoofden van het Departement Economische, Sociale en Culturele zaken en het Departement Protocol van het Huis van de Koning, aangevuld met een nieuw opgericht Departement Buitenlandse Betrekkingen.[1]

Zie Lijst van Belgische hofdignitarissen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nederlands hof

[bewerken | brontekst bewerken]

Aan het Nederlandse hof heeft de Grootmeester de leiding over de Dienst van het Koninklijk Huis en staat aan het hoofd van de hofhouding; als zodanig gaat hij als personeelschef over alle hoffunctionarissen. Hij regelt de buitenlandse bezoeken en onderhoudt de contacten met de buitenlandse vertegenwoordigers.

Grootmeesters van het Koninklijk Huis:

Pauselijk hof

[bewerken | brontekst bewerken]

Het pauselijk hof stond vanaf de 17e eeuw onder leiding van de grootmeester of majordomus van de paus (Italiaans: Maggiordomo Pontificio). Deze was verantwoordelijk voor het samenstellen en het leiden van de pauselijke hof- en huishouding en was tevens bevoegd recht te spreken over alle leden van het pauselijk hof.

Het voormalige Franse hof (Maison du Roi) van de koning van Frankrijk stond tijdens het ancien régime en tijdens de Restauratie onder leiding van de grootmeester van Frankrijk (Grand Maître de France). Dit was een van de grootofficieren van de Kroon van Frankrijk.