Gang van Wolff
Gang van Wolff | ||||
---|---|---|---|---|
Ductus mesonephricus | ||||
A. Voor de overgang van embryo naar foetus zijn de gonaden, gangen van Wolff (blauw) en gangen van Müller (rood) van de gonadale lijst bipotentiëel
B. Bij aanwezigheid van een SRY-gen activeert deze SOX9 en differentiëren de gonaden van de teelballen die zowel het antimüllerseganghormoon (AMH) produceren om de gangen van Müller uit te schakelen als testosteron om de differentiatie van de gangen van Wolff te stimuleren C. In afwezigheid van SRY differentiëren in de regel de eierstokken zich, degenereren de gangen van Wolff en ontwikkelen de gangen van Müller zich tot een eenvoudige zuilvormige epitheelbuis die zich differentieert tot de eileiders, baarmoeder, baarmoederhals en het bovenste deel van de vagina | ||||
Synoniemen | ||||
Nederlands | oerniergang[1] | |||
|
De gang van Wolff[1], buis van Wolff of de ductus mesonephricus[1] is een gepaard orgaan dat zich ontwikkelt in de vroege stadia van de embryonale ontwikkeling bij mensen en andere zoogdieren. Het is een belangrijke structuur die een cruciale rol speelt bij de vorming van mannelijke voortplantingsorganen. De gang is vernoemd naar Caspar Friedrich Wolff, een Duitse fysioloog en embryoloog die het voor het eerst beschreef in 1759.
Tijdens de embryonale ontwikkeling vormt de gang van Wolff zich als onderdeel van het urogenitaal stelsel.[2]
Structuur[bewerken | brontekst bewerken]
De gang van Wolff verbindt de oernier met de cloaca. Het dient ook als het primordium voor mannelijke urogenitale structuren, waaronder de bijbal, zaadleider en zaadblaasjes.
Ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]
Bij zowel mannen als vrouwen ontwikkelt de gang van Wolff zich tot de blaasdriehoek (trigonum vesicae), een deel van de blaaswand, maar de geslachten differentiëren op andere manieren tijdens de ontwikkeling van de urinewegen en de voortplantingsorganen.
Mannelijk[bewerken | brontekst bewerken]
Bij mannen ontwikkelt het zich tot een systeem van verbonden organen tussen de efferente kanalen van de testis en de prostaat, namelijk de bijbal, de zaadleider en het zaadblaasje. De prostaat ontstaat uit de sinus urogenitalis en de efferente kanalen ontstaan uit de oerniertubuli.
Hiervoor is het van cruciaal belang dat de kanalen tijdens de embryogenese worden blootgesteld aan testosteron. Testosteron bindt zich aan de androgeen receptor en activeert deze, waardoor intracellulaire signalen worden beïnvloed en de expressie van talrijke genen wordt gewijzigd.[3]
Bij volwassen mannen is de functie van dit systeem het opslaan en rijpen van het sperma en het leveren van aanvullend zaadvocht.
Vrouwelijk[bewerken | brontekst bewerken]
Bij de vrouw gaat, door de afwezigheid van antimüllerseganghormoonsecretie door de sertolicellen en de daaropvolgende müllerse apoptose, de gang van Wolff achteruit, hoewel insluitsels kunnen blijven bestaan. Het epoöforon en de para-urethrale klieren kunnen aanwezig zijn. Ook lateraal van de wand van de vagina kan zich als overblijfsel een gang of cyste van Gartner ontwikkelen.
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
- ↑ a b c Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Bohn Stafleu Van Loghum, Houten.
- ↑ Du, Hongling, Taylor, Hugh S. (January 1, 2015). Principles of Developmental Genetics, Second. Academic Press. DOI:10.1016/b978-0-12-405945-0.00027-2, "Chapter 27 - Development of the Genital System", 487–504. ISBN 9780124059450.