Naar inhoud springen

Emil Nikolaus von Rezniček

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Emil Nikolaus von Rezniček
Emil Nikolaus von Rezniček
Emil Nikolaus von Rezniček
Algemene informatie
Volledige naam Emil Nikolaus Joseph Freiherr von Rezniček
Geboren 4 mei 1860
Geboorteplaats WenenBewerken op Wikidata
Overleden 5 augustus 1945
Overlijdensplaats BerlijnBewerken op Wikidata
Land Vlag van Oostenrijk Oostenrijk
Werk
Genre(s) Klassiek
Beroep Componist
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Emil Nikolaus Joseph Freiherr von Rezniček (Wenen, 4 mei 1860 - Berlijn, 5 augustus 1945) was een Oostenrijks componist. Hij was een kleinzoon van de militaire kapelmeester Joseph Freiherr von Rezniček (1787-1848). Zijn broer was de schilder Ferdinand von Rezniček (1868-1909).

Zijn vader was veldmaarschalk Joseph Freiherr von Rezniček en zijn moeder Clarisse, geboren vorstin Ghika. Hij studeerde van 1878 tot 1881 rechten aan de Universiteit Graz. Maar al gauw verlegde hij zijn aandacht naar de muziek. Hij studeerde samen met Ferruccio Busoni en Felix Weingartner muziektheorie bij Wilhelm Mayer in Graz. Van 1881 tot 1884 studeerde hij aan het conservatorium in Leipzig, piano bij Carl Reinecke en muziektheorie bij Salomon Jadassohn. Hij werkte als operadirigent en kapelmeester, onder meer in Praag, Weimar, Mannheim en Berlijn. In 1920 werd hij leraar aan de Berliner Hochschule für Musik. Ook was hij enige tijd voorzitter van de Internationale Componistenvereniging.

Von Rezniček componeerde de opera's Satanella (1887), Emmerich Fortunat (1888), Die Jungfrau von Orléans (1886). In 1894 componeerde hij Donna Diana, naar het gelijknamige blijspel van Moretto. De overture hiervan werd vooral in de vijftiger jaren veelvuldig gespeeld. Het werk, gecomponeerd in het laat-romantische idioom waarmee ook Erich Wolfgang Korngold met zijn opera Die tote Stadt (1920) hoge ogen zou gooien, stelde Von Rezniček in staat om van het componeren zijn dagtaak te maken. Andere opera's van zijn hand zijn Till Eulenspiegel (1900), Ritter Blaubart (1918), Holofernes (1922), Satuala (1926), Spiel oder Ernst? (1930) en Der Gondolier des Dogen (1931).

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]

Andere werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1877 Hexenszene uit Macbeth
  • 1883 Symphonische Suite
  • 1895 Eine Lustspiel Overture
  • 1896 Symphonische Suite
  • 1902 Wie Till Eulenspiegel lebte
  • 1903 Frühlings Overture
  • 1905 Nachtstück, voor viool of cello en orkest
  • 1905 Serenade no. 1, voor strijkers
  • 1906 Orchesterfuge
  • 1906 Introduktion und Valse Caprice, voor viool en orkest
  • 1907 Präludium und Fuge
  • 1912 Präludium und Fuge no. 2
  • 1912 Schlemihl [Symphonisches Lebensbild], voor tenor en orkest
  • 1913 Der Sieger [Symphonisches-satyrisches Zeitbild für großes Orchester], voor alt, koor en orkest
  • 1915 Traumspiel Suite
  • 1918 Konzertstück, voor viool en orkest
  • 1918 Vioolconcert
  • 1920 Serenade no. 2, voor strijkers
  • 1921 Thema und Variationen nach Chamissos Tragische Geschichte, voor bas of bariton en orkest
  • 1925 Overture Phantasie no. 1 "Raskolnikoff"
  • 1926 Fest Overture Dem befreiten Kölln
  • 1929 Symphonische Variationen über Kol Nidrey
  • 1929 Overture Phantasie no. 2 "Raskolnikoff"
  • 1930 Overture Phantasie no. 3 "Raskolnikoff"
  • 1930 Goldpirol Overture (In deutschen Wald)
  • 1931 Suite in alten Stil "Karneval"
  • 1934 Valse pathétique

Werken voor harmonieorkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1938 Donna Diana, ouverture

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto
1887 Satanella 3 aktes 1888, Praag van de componist naar Jaroslav Vrchlický
1888 Emmerich Fortunat 3 aktes 1889, Praag van de componist naar Eduard von Dubsky
1887 Die Jungfrau von Orleans 4 aktes 1887, Praag van de componist naar Friedrich von Schiller
1894 Donna Diana 3 aktes 16 december 1894, Praag, Německé divadlo (Duits theater);
2e versie: 1933, Wuppertal
van de componist naar het blijspel "El derdén con el desdén" (1654)
van Agustín Moreto y Cabana in de Duitse bewerking van
Carl August West (= Joseph Schreyvogel)
als "Donna Diana oder Stolz und Liebe" (1816)
1901 Till Eulenspiegel (Tijl Uilenspiegel) 3 aktes 12 januari 1902, Karlsruhe van de componist
1920 Ritter Blaubart, sprookjesopera 3 aktes 29 januari 1920, Darmstadt Herbert Eulenberg
1922 Die wunderlichen Geschichten des Kapellmeisters Kreisler 4 aktes 1922, Berlijn Carl Meinhard en R. Bernauer
1923 Holofernes 2 aktes 27 oktober 1923, Berlijn, Deutsches Opernhaus Carl Meinhard en R. Bernauer
vrij naar Johann Friedrich Hebbel
1927 Satuala 3 aktes 1927, Leipzig Rolf Lauckner
1929 Benzin 2 aktes 1929 naar Pedro Caledrón de la Barca
1930 Spiel oder Ernst? 1 akte 1930, Dresden Paul Knudsen
1931 Der Gondoliere des Dogen 1 akte 1931, Stuttgart Paul Knudsen
1932 Das Opfer Paul Knudsen
Voltooid in titel aktes première libretto
1913 Die Angst vor der Ehe 3 aktes 1913, Frankfurt (Oder) Louis Taufstein, Erich Urban
Voltooid in titel aktes première libretto choreografie
1935 Das goldene Kalb 4 taferelen 1935 Viggo Carling

Het eerste van zijn vier strijkkwartetten (gecomponeerd in 1921) kreeg zijn wereldpremiere in 1996; het kwartet werd uitgevoerd door het Weense Franz Schubert Quartet. Het Duitse label CPO heeft een aantal CDs met Reznicek's orkestrale muziek uitgegeven, waaronder de symfonische gedichten Der Sieger (1913) en Schlemihl (1912), zijn vijf symfonieën, de overture Raskolnikoff (1931), de Symphonische Variationen über Kol Nidrey en de opera's Ritter Blaubart en Donna Diana.

  • Susanne Rode-Breymann: Die Wiener Staatsoper in den Zwischenkriegsjahren - Ihr Beitrag zum zeitgenössischen Musiktheater, Tutzing: Hans Schneider Verlag, 1994, 485 p., ISBN 978-3-7952-0772-4
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Franco Rossi, Michele Girardi: Il teatro la Fenici : chronologia degli spettacoli 1938-1991, Venezia: Albrizzi Editore, 1992, 650 p., ISBN 88-317-5509-9
  • Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
  • Piero Santi: Repertorio di musica sinfonica - Gli autori, le composizioni dal Seicento a oggi, Ricordi, 2001, 1060 p., ISBN 978-88-09-02255-3
  • Thomas Leibnitz: Österreichische Spätromantiker; Studien zu Emil Nikolaus von Reznicek, Joseph Marx, Franz Schmidt und Egon Kornauth; mit einer Dokumentation der handschriftlichen Quellen in der Musiksammlung der Österreichischen Nationalbibliothek, Tutzing: Hans Schneider Verlag, 1986. 182 p., ISBN 978-3-7952-0458-7