Naar inhoud springen

Benjamin Britten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie Benjamin Britten (trein) voor de gelijknamige trein.
Benjamin Britten
Publiciteitsfoto van Benjamin Britten (ca. 1968)
Publiciteitsfoto van Benjamin Britten (ca. 1968)
Volledige naam Edward Benjamin Britten
Geboren 22 november 1913
Overleden 4 december 1976
Land Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
Nevenberoep dirigent
Instrument piano
Leraren Harold Samuel, Frank Bridge, John Ireland, Arthur Benjamin
Belangrijkste werken zie Oeuvre
Officiële website
(en) IMDb-profiel
(en) Allmusic-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Britten in Amsterdam voor het Holland Festival 1950, Polygoonjournaal

Edward Benjamin Britten (Lowestoft, Suffolk, 22 november 1913Aldeburgh, Suffolk, 4 december 1976) was een Engelse componist, pianist en dirigent.

Britten volgde les aan Gresham's School te Holt, Norfolk. Als kind componeerde hij ongeveer 800 werkjes. Hij had pianolessen bij Harold Samuel en compositieles bij Frank Bridge (Samuel en Bridge waren bevriend). Dankzij een beurs kon hij studeren aan het Royal College of Music in Londen bij John Ireland en Arthur Benjamin. Hij begon daar onder meer aan zijn Rondo concertante voor piano en strijkorkest, dat hij echter nooit voltooide.

Nadat hij al enige filmmuziek had geschreven voor documentaires, kwam zijn doorbraak door de uitvoering van Variations on a theme of Frank Bridge, dat zijn première kreeg op de Salzburger Festspiele in 1937. Door de daaropvolgende composities, met name Sinfonia da Requiem (1940) en Serenade (1943), werd hem de leidende rol in de Britse klassieke muziek toegedicht. Van 1939 tot 1942 woonde Britten in de Verenigde Staten. Een aldaar gestart klarinetconcert heeft hij nooit voltooid. In 1945 volgde de première van zijn tweede opera Peter Grimes, die leidde tot de erkenning van zijn dramatische kwaliteiten.

In 1947 formeerde Britten de English Opera Group, die opera's in première bracht van hemzelf en andere - vooral Britse - componisten als Lennox Berkeley, Malcolm Williamson, William Walton, Harrison Birtwistle en Thea Musgrave. Tot de groep behoorden vooraanstaande zangers, onder wie Kathleen Ferrier, Heather Harper, Peter Pears, Janet Baker en John Shirley-Quirk.

Britten richtte in 1948 het Aldeburgh Festival op. Op dat eerste festival voerde hij Frank Bridge's There is a willow grows aslant a brook uit in een eigen bewerking. In 1958 begon hij aan zijn nooit voltooide hommage aan Dennis Brain: In Memoriam Dennis Brain. Hij had diverse ontmoetingen met Dmitri Sjostakovitsj en Mstislav Rostropovitsj. Voor diens echtgenote Galina Visjnevskaja schreef hij de sopraanpartij in het War Requiem (1962). Andere bekende werken zijn: Les Illuminations (1939), The Young Person's Guide to the Orchestra (1946), A Midsummer Night's Dream (1960) bij het toneelstuk van William Shakespeare en de opera Death in Venice (1973).

Opera en toneelmuziek

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Timon van Athene, toneelmuziek (1935)
  • Easter 1916, toneelmuziek (1935)
  • Johnson over Jordan, toneelmuziek (1935)
  • Stay Down Miner, toneelmuziek (1936)
  • Agamemnon, toneelmuziek (1936)
  • The Ascent of F6, toneelmuziek (1937)
  • On the Frontier, toneelmuziek (1938)
  • This Way to the Tomb, toneelmuziek (1945)
  • Peter Grimes, opera op. 33, libretto Montagu Slater naar George Crabbes The Borough (1945)
  • The Rape of Lucretia, opera (1946)
  • Albert Herring, op. 39, kameropera (1947)
  • The Beggar's Opera, op. 43, opera (1948)
  • The Little Sweep, op. 45, opera (1949)
  • Billy Budd, op. 50 (1951, herzien in 1960)
  • Gloriana, op. 53, opera (1953)
  • The Turn of the Screw, op. 54, opera (1954)
  • The Prince of the Pagodas, op. 57, ballet (1956)
  • Noye's Fludde, op. 59, opera (1957)
  • A Midsummer Night's Dream, op. 64 (1960)
  • Curlew River, op. 71, parabel (1964)
  • The Burning Fiery Furnace, op. 77, parabel (1966)
  • The Prodigal Son, op. 81, parabel (1968)
  • Owen Wingrave, op. 85, opera (1970)
  • Death in Venice, op. 88, opera (1973)
  • Beware! (1925)
  • Quatre Chansons Françaises (1928)
  • The Birds (1929, herzien in 1934)
  • The Ship of Rio (1932)
  • A Poison Tree (1935)
  • When you're feeling like expressing your affection (1935)
  • Our Hunting Fathers, op. 8 (1936)
  • Underneath the Abject Willow (1936)
  • On this Island, op. 11 (1937)
  • Cabaret Songs (1937)
  • Not even summer yet (1937)
  • To lie flat on the back with knees flexed (1937)
  • Night covers up the rigid land (1937)
  • Fish in the Unruffled Lakes (1938)
  • The Red Cockatoo (1938)
  • Les illuminations op. 18 (1939)
  • Zeven sonnetten van Michelangelo, op. 22 (1940)
  • Underneath the Abject Willow (1941)
  • Song on the water (1942)
  • Dirge for Wolfram (1942)
  • Cradle Song for Eleanor (1942)
  • Serenade voor tenor, hoorn en strijkers, op. 31 (1943)
  • Now sleeps the crimson petal (1943)
  • The Holy Sonnets of John Donne (1945)
  • A charm of lullabies (1947)

Composities voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Two Portraits, no. 1: ‘David Layton’, voor strijkorkest; no.2: ‘E.B.B.’, voor altviool en orkest, 1930;
  • Double Concerto, voor altviool, viool en orkest, 1932;
  • Sinfonietta, op. 1, voor kamerorkest, 1932;
  • Simple Symphony, op. 4, voor strijkers, 1933-4;
  • Russian Funeral, voor kopers en percussie, 1936
  • Our hunting fathers, op. 8 (tekst van W.H. Auden), symfonische cyclus voor sopraan of tenor en orkest, 1936;
  • Soirées musicales, op.9 [naar thema's van Gioacchino Rossini], 1936;
  • Variaties op een thema van Frank Bridge op. 10, voor strijkers, 1937;
  • Mont Juic, op. 12 [naar Catalaanse dansen], 1936-1937, in samenwerking met Lennox Berkeley;
  • Pianoconcert, op. 13, 1938;
  • Les illuminations, op. 18 (naar Arthur Rimbaud), liedercyclus voor sopraan of tenor en strijkers, 1939;
  • Vioolconcert, op. 15, 1939, revisie 1958;
  • Young Apollo, op. 16, voor piano en strijkers, 1939;
  • Canadian Carnival, op. 19 (Kermesse canadienne), 1939;
  • Sinfonia da requiem, op. 20, 1940;
  • Diversions, op. 21, voor piano (linkerhand) en orkest, 1940, revisie 1954;
  • Matinées musicales, op. 24 [naar thema’s van Rossini], 1941;
  • Scottish ballad, op. 26, voor 2 piano’s en orkest, 1941;
  • An American overture, oorspronkelijk op. 27
  • Prelude en fuga voor achttienstemmig strijkorkest, op. 29, 1943;
  • Serenade voor tenor, hoorn en strijkers, op. 31, 1943;
  • Four sea interludes, op. 33a;
  • Passacaglia from Peter Grimes, op. 33b;
  • The young person's guide to the orchestra, op. 34 (Variations and fugue on a theme of Purcell), 1946;
  • Occasional overture, op. 38, 1946;
  • Lachrimae, op. 48a, voor altviool en strijkers, 1946;
  • Symphonic suite from Gloriana, op. 53a, 1954;
  • Pas de six from Gloriana, op. 57a, 1957;
  • Nocturne, op. 60, voor tenor, 7 soloinstrumenten en strijkorkest, 1958;
  • Cello Symphony, op. 68, 1963;
  • Suite on English Folk tunes "A time there was", op. 90, voor kamerorkest, 1966-75
  • Phaedra, op. 93 (naar Racine), voor mezzosopraan, slagwerk, cello, klavecimbel en strijkorkest, 1975

Muziek bij documentaires en films

[bewerken | brontekst bewerken]