Naar inhoud springen

Bad Blankenburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bad Blankenburg
Stad in Duitsland Vlag van Duitsland
Wapen van Bad Blankenburg
Bad Blankenburg (Thüringen)
Bad Blankenburg
Situering
Deelstaat Vlag van de Duitse deelstaat Thüringen Thüringen
Landkreis Saalfeld-Rudolstadt
Coördinaten 50° 41′ NB, 11° 16′ OL
Algemeen
Oppervlakte 35,62 km²
Inwoners
(31-12-2020[1])
6.191
(174 inw./km²)
Hoogte 220 m
Burgemeester Mike George (lokale lijst)
Overig
Postcode 07422
Netnummer 036741
Kenteken SLF, RU
Stad 8 stadsdelen
Gemeentenr. 16 0 73 005
Website www.bad-blankenburg.de
Locatie van Bad Blankenburg in Saalfeld-Rudolstadt
Kaart van Bad Blankenburg
Portaal  Portaalicoon   Duitsland

Bad Blankenburg is een gemeente in de Duitse deelstaat Thüringen, en maakt deel uit van de Landkreis Saalfeld-Rudolstadt. Bad Blankenburg telt 6.191 inwoners.[1]

Bad Blankenburg is sinds 2007 geen kuuroord meer, maar is nog wel een staatlich anerkannter Erholungsort.

Indeling van de gemeente

[bewerken | brontekst bewerken]

De gemeente bestaat uit de kernstad Bad Blankenburg, en verder uit de volgende kleine dorpen, alle met minder dan 200 inwoners, met de status van Stadtteil, stadsdeel:

  • ten noorden van de stad, van west naar oost:
    • Großgölitz
    • Kleingölitz
    • Zeugerheim
  • ten westen van de stad: Watzdorf
  • ten zuidwesten van de stad:
    • Fröbitz
    • Cordobang
    • Böhlscheiben, ten oosten van Cordobang
  • ten zuiden van de stad: Oberwirbach.

Geografie, infrastructuur

[bewerken | brontekst bewerken]

Bad Blankenburg ligt iets ten noorden van het middelgebergte Thüringer Schiefergebirge (Thüringer Leisteengebergte), aan de zuidoostkant van het Thüringerwoud. De plaats ligt aan de kleine, niet bevaarbare, rivier de Schwarza, enkele kilometers ten zuiden van de plek, waar deze uitmondt in de Saale. In Bad Blankenburg mondt een 18 km lange, in het verleden door watervervuiling biologisch dode[2], beek, de Königseer Rinne, of eenvoudig: Rinne, in de Schwarza uit.

De dorpjes Groß- en Kleingölitz liggen op zuidhellingen en hebben een relatief warm microklimaat. Hierdoor was reeds sinds de middeleeuwen tot circa 1900 de verbouw van lavendel, en enige tijd eerder ook wijnbouw, mogelijk. Op deze traditie gaat het Lavendelfeest te Bad Blankenburg terug. In veel parken en groenstroken in de gemeente wordt nog wel lavendel aangeplant.

Naburige gemeentes

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Rudolstadt, 7 km ten noordoosten van Bad Blankenburg; de industriewijk Schwarza van deze stad ligt nog 4 km dichterbij.
  • Saalfeld/Saale, 6 km ten oosten van Bad Blankenburg
  • Rottenbach, Königsee, en Gehren, respectievelijk 6, 10 en 16 km westelijk van de stad, alle aan de B 88 gelegen

Infrastructuur

[bewerken | brontekst bewerken]

De Bundesstraße 88 loopt in west<>oost-richting door de stad. De A71 (afrit 14b bij Stadtilm, bijna 25 km ten westen van Bad Blankenburg) is de dichtstbijzijnde Autobahnverbinding.

Bad Blankenburg heeft een station aan een spoorlijn tussen Saalfeld en Arnstadt. Stoptreinen tussen Station Saalfeld en Erfurt Hauptbahnhof v.v. stoppen er 1 x per uur. Het in 1884 in gebruik genomen station heet officieel Bahnhof Bad Blankenburg (Thüringerw). Van 1874 tot 2000 had dit station ook een railverbinding met station Rudolstadt-Schwarza, dat te midden van de industrie daar staat. Het stationsgebouw van Bad Blankenburg is niet meer als zodanig in gebruik en diende in 2020 als horecagelegenheid.

Vermoedelijk in 1137 ontstond Blankenburg rondom een kasteel Blankenburg, dat sinds de 17e eeuw als Greifenstein bekend stond, en in de 17e-20e eeuw tot een ruïne verviel. Een gedeelte daarvan is, mede door inspanningen van studentenverenigingen[3], in de periode vanaf 1800 hersteld, dan wel gereconstrueerd. In de 13e eeuw hield kasteel Blankenburg op, residentie te zijn; deze werd verplaatst naar Kasteel Schwarzenburg bij het gelijknamige plaatsje aan de Schwarza.

In of vóór 1323 verkreeg Blankenburg stadsrechten. Het stadje lag in het door het Huis Schwarzburg[4] bestuurde Graafschap Schwarzburg, en vanaf 1599, toen dat door het Verdrag van Stadtilm verdeeld werd, in het Graafschap Schwarzburg-Rudolstadt. Albrecht VII van Schwarzburg-Rudolstadt, een zwager van Willem van Oranje[5], was hiervan de eerste graaf. In later tijd ging het graafschap op in het Vorstendom Schwarzburg-Rudolstadt.[6]

Sedert de reformatie in de 16e eeuw is een grote meerderheid van de christenen in de huidige gemeente evangelisch-luthers. In 1744 werd Blankenburg door een stadsbrand grotendeels verwoest.

In 1837 richtte Friedrich Fröbel in Bad Blankenburg een werkplaats voor het maken van speelmateriaal, en in 1840 de allereerste kleuterschool op. Een andere, uit 1908 daterende kleuterschool is sinds 1982 als Friedrich-Fröbel-Museum in gebruik.

In 1840, toen Blankenburg in het Vorstendom Schwarzburg-Rudolstadt lag, werd een kuurbedrijf opgericht. De vorsten, die sinds 1871 alleen nog symbolische macht hadden (het vorstendom viel onder het Duitse Keizerrijk) bepaalden in 1911 dat Blankenburg het predicaat Bad vóór de plaatsnaam mocht voegen, de facto was dit een erkenning als kuuroord.

Van circa 1925 tot 1941 kwamen in het in 1901 opgerichte, evangelisch-lutherse weeshuis en gesticht voor gehandicapte kinderen Anna-Luisen-Stift[7] vele tientallen kinderen op afschuwelijke wijze om het leven. In 1940 en 1941 vielen er 25 à 50 ten offer aan de zogenaamde euthanasie (Aktion T4) door de nazi's. Velen, mogelijk zelfs circa 200, zijn er echter eerder reeds, door de zusters van de instelling, doodgemarteld of aan de hongerdood prijsgegeven, niet, omdat de stichtszusters nazi-gezind waren, maar om financieel gewin. Pas toen men, ter voorbereiding op het eeuwfeest in 2001, archiefonderzoek in de instelling ging doen, en oude facturen voor kinderdoodkistjes ontdekte, kwam de volle omvang van dit schandaal aan het licht. Daarna is op een binnenplaats van het gebouw, dat tegenwoordig een school herbergt, een gedenkplaat aangebracht voor de slachtoffers hiervan.

In de nazi-periode en de Tweede Wereldoorlog werden in en om Bad Blankenburg verscheidene politiek linkse en Joodse mensen door de nazi's om het leven gebracht. Ook stierven er in 1944 en 1945 gevangenen, die op een dodenmars van het ene naar het andere concentratiekamp moesten lopen. Voor al deze slachtoffers zijn na 1945 enige gedenktekens geplaatst.

Belangrijk voor de geschiedenis van Bad Blankenburg is het voormalige sanatorium Schwarzeck, ten zuidoosten van het stadscentrum en het grote sportcomplex. Het was een sanatorium voor welgestelde patiënten tussen 1893 en 1937[8]. Vanaf 1933 ten tijde van Nazi-Duitsland voor joden verboden; hierdoor kwam het sanatorium door klantenverlies in financiële problemen. De instelling werd overgedaan aan de Luftwaffe en was in de Tweede Wereldoorlog een technisch opleidingsinstituut van de Luftwaffe, en daarna een herstellingsoord en lazaret voor gewonde luchtmachtpiloten e.d.. Na de oorlog dienden de gebouwen enige jaren als onderkomen voor Heimatvertriebene en andere daklozen en vluchtelingen. Van 1947 tot 1989, ten tijde van de communistische DDR, was in het gebouw een scholingsinstituut, met internaat, voor partijfunctionarissen van de SED gevestigd. Na de Wende, in 1990, was in het grote gebouwencomplex nog, met weinig economisch succes, een sportschool, een hotel-restaurant en een herstellingsoord gevestigd. Sinds 2004 staat het markante (onder monumentenzorg staande) gebouw, eigendom van de gemeente, leeg en vervalt langzaam. Het is anno 2020 nog niet gelukt, er een nieuwe bestemming voor te vinden; de saneringskosten werden in 2020 op meer dan 20 miljoen euro geschat.

Te Bad Blankenburg is de hoofdzetel gevestigd van de sinds 1851 bestaande Deutsche Evangelische Allianz, een organisatie binnen het zogenaamde evangelicalisme. Dit is een groepering binnen het protestantse, in Duitsland overwegend evangelisch-lutherse christendom. In 1886 werd de organisatie door de piëtistische schrijfster Anna Thekla von Weling (1837–1900) gevestigd in een huis nabij Kasteel Greifenstein, waar de organisatie nog altijd haar congressen pleegt te houden.

Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw was (Bad) Blankenburg een tamelijk chic kuuroord, en ten zuiden van het stadscentrum ontstond een wijk met grote villa's en enige hotels. Enkele van deze gebouwen waren na de Duitse hereniging zo vervallen, dat sloop de enige oplossing bleek. Enkele gebouwen, ook in de binnenstad, staan er nog steeds vervallen bij.

Bad Blankenburg was één van de circa 25 locaties, waar in de DDR-periode, en wel van 1953 tot 1979, toen het instituut verhuisde naar Jena, een Kinder- und Jugendsportschule van de Oost-Duitse overheid stond. Aan deze school genoten talentvolle kinderen en tieners onderwijs, in combinatie met topsporttraining. De bekendste Oost-Duitse topsporters, die hier naartoe werden gestuurd waren de korte-afstandsloopsters Marlies Göhr (in 1971; zij was toen 13 jaar oud) en Heike Drechsler (in 1977; zij was toen 12 jaar oud).

Ten oosten van de binnenstad en ten noorden van het sportcomplex is in de DDR-tijd een nieuwbouwwijk met Plattenbau verrezen. In 1960, toen de antennefabriek ook nog volop in bedrijf was, heeft Bad Blankenburg korte tijd meer dan 10.000 inwoners gehad. Na de Wende van 1990 zijn vrij veel inwoners weggetrokken naar andere, economisch meer perspectief biedende, delen van Duitsland.

De belangrijkste bedrijfstak in Bad Blankenburg is het toerisme, o.a. vanwege de mogelijkheden tot wandeltochten door het Thüringerwoud. Door het wegvallen van het kuurbedrijf is dit wel enigszins teruggelopen.

De gemeente werkt sinds 2007 samen met de naburige plaatsen Rudolstadt en Saalfeld aan gemeenschappelijke plannen om de economie te stimuleren.

In de periode 1930 -2000 was in de stad enige elektrotechnische industrie, met name productie van antennes en kleine huishoudelijke apparaten, gevestigd. Na het faillissement van deze fabrieken hebben deze plaats gemaakt voor talrijke kleine, als midden- en kleinbedrijf te beschouwen, ondernemingen.

Het dorpje Watzdorf heeft sinds 1893 een bierbrouwerij, waar bezoekers ook aan een bierproeverij deel kunnen nemen.

In de stad staat een, voorheen aan de studentenverenigingen gelieerd, hotel met een wedstrijdzwembad en een groot sportcomplex, met de naam Landessportschule, waar arrangementen voor trainingskampen van sportverenigingen e.d. mogelijk zijn. Niet duidelijk is, of deze locatie aan die van de voormalige DDR-Kinder- und Jugendsportschule identiek is. In de DDR-periode werden er vooral sporttrainers, gymnastiekleraren e.d. opgeleid.

Bezienswaardigheden, toerisme, evenementen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Het jaarlijkse lavendelfeest in de zomer, waarbij een lavendelkoningin gekozen wordt, een optocht plaatsvindt en één of meer prominente inwoners van de stad of haar omgeving in een houten kuip een lavendelbad nemen.
  • In de gemeente beginnen talrijke, ook meerdaagse, wandelroutes doorheen het Thüringerwoud.
  • Het aan de beroemde pedagoog van die naam gewijde Friedrich-Fröbel-Museum (geopend do.vr.za. middag of op afspraak)
  • De 2,5 hectare grote ruïne van het vermoedelijk 12e-eeuwse Kasteel Greifenstein, één km ten noorden van de stad, werd in de 19e en 20e eeuw gedeeltelijk gerestaureerd. O.a. het Palas genaamde gedeelte van de oude burcht is herbouwd, en herbergt een klein museum en een horecagelegenheid. Het gebouwencomplex kan van plm. eind maart t/m Allerheiligen in het kader van rondleidingen worden bezichtigd. Het omliggende terrein, met o.a. een grote lavendeltuin, is ook alleen op deze wijze toegankelijk. Regelmatig geeft een valkenier er demonstraties met roofvogels. Verder vinden er regelmatig evenementen, zoals speciale concerten, kerkdiensten, kerstmarkten e.d. plaats. Het berggebied rondom de ruïne is fraai, en rijk aan beschermde planten en dieren. Daarom werd een gebied van 60 hectare in 1961 tot natuurreservaat uitgeroepen.
  • Het bezienswaardigste van de evangelisch-lutherse kerkgebouwen in de gemeente is het omstreeks 1200 gebouwde Bartholomeüskerkje te Oberwirbach, met binnenin enige kunsthistorisch interessante liturgische voorwerpen. De St.-Nicolaaskerk in Bad Blankenburg zelf werd na de stadsbrand van 1744 in barokstijl herbouwd.

Studentenverenigingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Bad Blankenburg is een centrum van zogenaamde Turnerschaften, studentenverenigingen, die de mensuur nog als verplichte activiteit bedrijven, en die aangesloten zijn bij het zogenaamde Coburger Convent. De studenten houden er sinds de jaren 1920 sportevenementen en congressen. Critici beschouwen deze organisaties, waarvan doorgaans alleen mannen lid zijn, als vrouwonvriendelijk en te tolerant jegens politiek extreem-rechtse leden.

Bekende personen in relatie tot de gemeente

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Friedrich Fröbel (1782–1852), pedagoog, woonde en werkte enige jaren te Blankenburg. Ereburger van de stad.
  • Otto Schmiedeknecht (* 8 september 1847 in Blankenburg; † 11 februari 1936 in Bad Blankenburg), vooraanstaand entomoloog, gespecialiseerd in de studie van vliesvleugeligen, met name sluipwespen. Ereburger van de stad.
  • Gisela Weimann (* 1943 in Bad Blankenburg), in Berlijn woonachtig, veelzijdig kunstenares, ook actief geweest in o.a. de Verenigde Staten. Zij is bekend vanwege beeldende kunst, geluids-installaties en multimediale performances. Ook is zij een publiciste op het gebied van beeldende kunst. Weimanns werk was, zeker tot 2016 feministisch getint.

Partnergemeentes

[bewerken | brontekst bewerken]

Bad Blankenburg onderhoudt jumelages met:

  • Hofgeismar, sedert 1990
  • Tarnów Opolski[9], in Polen, sedert 2013.
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Bad Blankenburg van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.