Naar inhoud springen

Anolis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Anolis
Anolis oculatus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Iguania (Leguaanachtigen)
Familie:Dactyloidae (Anolissen)
Geslacht
Anolis
Daudin, 1802
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Anolis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Anolis is een geslacht van hagedissen uit de familie anolissen (Dactyloidae).[1]

Naam en indeling

[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst voorgesteld door François Marie Daudin in 1802. De soorten uit het geslacht Anolis werden lange tijd tot de familie Polychrotidae gerekend. De groep telt ongeveer 425 soorten en is daarmee een van de grootste geslachten uit de reptielenwereld.

Het woord anolis komt uit een oude Afrikaanse taal en betekent "kleine duivel". Slechts enkele soorten hebben een Nederlandstalige naam. Voor ongeveer 150 soorten in dit geslacht, de zogenaamde "beta-anolissen", is ook wel de geslachtsnaam Norops voorgesteld. Als dat voorstel wordt geaccepteerd, is het restant van het geslacht Anolis een parafyletische groep, waardoor nog verdere opsplitsing noodzakelijk zou zijn. Als gevolg hiervan is er maar weinig steun voor een groep met de naam Norops.

Uiterlijke kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste soorten hebben een groene tot bruine kleur. Deze dieren hebben het vermogen om van kleur te veranderen, wat waarschijnlijk te maken heeft met de gemoedstoestand van het dier. De grootste soort is de ridderanolis (A. equestris), die alleen op Cuba voorkomt.

Anolissen hebben bijna allemaal een keelwam, een dun huidmembraan dat kan worden uitgerekt door spieren aan de keel. De huid is hier van fel geel tot oranje of blauw gekleurd. De meeste soorten hebben ook hechtlamellen onder de poten zodat ze goed kunnen klimmen.

Alle soorten komen voor in Noord, Centraal-Amerika, de Antillen en Zuid-Amerika. Het zijn bijna allemaal klimmende hagedissen die leven van insecten. Cuba telt 60 soorten, Hispaniola 55 soorten en Mexico 50 soorten Anolis. Omdat Anolis snel evolueren tot nieuwe soorten op ge-isoleerde eilanden worden deze reptielen vergeleken met de Darwinvinken. Zelfs de kleinste eilanden hebben een of meerdere endemische soorten Anolis.

In totaal zijn er 426 verschillende soorten benoemd. Er worden regelmatig nieuwe soorten ontdekt; in 2018 werden twee soorten beschreven en 2019 zes soorten. Onderstaand zijn alleen enkele bekendere soorten vermeld.

Alle soorten in een uitklapbare tabel

[bewerken | brontekst bewerken]

Bronvermelding

[bewerken | brontekst bewerken]