Geknobbelde hartschelp
Acanthocardia tuberculata | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Acanthocardia tuberculata (Linnaeus, 1758) Originele combinatie Cardium tuberculatum | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Lijst
| |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||||||||
|
De Geknobbelde hartschelp (Acanthocardia tuberculata) is een in zee levende tweekleppige weekdiersoort uit de familie van de Cardiidae.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Schelpkenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De Geknobbelde hartschelp bezit een stevige dikke, bijna ronde schelp. De umbo steekt duidelijk uit en ligt net voor het midden van de schelp. Vanuit de top lopen tot maximaal 22-24 brede radiale ribben. De ribben hebben een afgerond rechthoekige doorsnede. De ruimten tussen de vrij hoge ribben zijn duidelijk smaller dan de ribben zelf en zijn aan de voorzijde van de schelp soms bijna tot groeven versmald. Aan de achterzijde van de schelp zijn de ribben wat smaller. Over en tussen de ribben is een sculptuur van vrij ruwe concentrische dwarslijntjes aanwezig. Over het midden van de ribben loopt een zwakke groef waarin op regelmatige afstand brede knobbels staan. De knobbels zijn bij de voorrand van de schelp iets duidelijker ontwikkeld terwijl het aan de achterzijde meer kleine stekels zijn. Knobbels kunnen op sommige ribben ook geheel afwezig zijn en in dat geval zijn die ribben volledig glad. De groeven aan de binnenkant van de schelp (de 'holle ribben') zijn alleen duidelijk zichtbaar bij de schelprand, naar de top toe vervagen ze. De Geknobbelde hartschelp heeft een heterodont slot: in de linkerklep 2 en in de rechterklep 1 cardinale tand en 2 laterale tanden in beide kleppen.
De schelp is geelwit tot bruin van kleur en heeft vaak donkerbruine banden of vlekken. De binnenzijde is wit, porseleinachtig glanzend. Strandmateriaal is vaak lichtbruin of lichtblauwgrijs verkleurd.
Afmetingen van de schelp
[bewerken | brontekst bewerken]- lengte: tot 85 millimeter (meestal kleiner)
- hoogte: tot 65 millimeter (meestal kleiner)
Habitat en levenswijze
[bewerken | brontekst bewerken]De dieren leven ingegraven in een zand- of modderbodem, uitsluitend sublitoraal. Ze komen voor vanaf iets beneden de laagste laagwaterlijn tot enkele tientallen meters waterdiepte. De soort behoort tot de infauna en filtert het voedsel uit het zeewater.
Voorkomen
[bewerken | brontekst bewerken]Dit is een zuidelijke soort die tegenwoordig niet in de Noordzee leeft. De noordgrens ligt in Het Kanaal. Op het Noordzeestrand aangespoelde losse kleppen zijn fossiel.
Fossiel voorkomen
[bewerken | brontekst bewerken]De Geknobbelde hartschelp is in het Noordzeebekken alleen uit het Eemien bekend. Exemplaren die op het Noordzeestrand aanspoelen hebben alle deze ouderdom.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Meer afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]- (nl) Bruyne, R.H. de, 2004. Veldgids Schelpen. KNNV Uitgeverij, ISBN 90-5011-140-8, 234 pag.
- (fr) Lorié, J., 1887. Contributions a la géologie des Pays Bas III. Le Diluvium plus récent ou sableux et le système Eémien. Archives Teyler, Ser. II, Vol. III: 104-160.
- (nl) Moerdijk, P.W., Janssen, A.W., Wesselingh, F.P., Peeters, G.A., Pouwer, R., Van Nieulande, F.A.D., Janse, A.C., Van Der Slik, L. (†), Meijer, T., Rijken, R., Cadée, G.C., Hoeksema, D., Doeksen, G., Bastemeijer, A., Strack, H., Vervoenen, M., Ter Poorten, J.J., 2010. De Fossiele Schelpen van de Nederlandse kust. In: Geologie van Nederland, NCB NATURALIS, Leiden, 320 pp.; ISBN 978-90-5011-342-7.
- (nl) Spaink, G., 1958b. De Nederlandse Eemlagen, I: Algemeen overzicht. Wetenschappelijke Mededelingen Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging 29, 44 pp.