Naar inhoud springen

Joannes Gijsen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door BanKok (overleg | bijdragen) op 21 jul 2014 om 13:59. (precizering motto)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Joannes Gijsen
Joannes Gijsen
Bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een bisschop
Geboren 7 oktober 1932
Plaats Oeffelt
Overleden 24 juni 2013
Plaats Sittard
Wijdingen
Priester 6 april 1957
Bisschop 13 februari 1972
Kerkelijke loopbaan
Eerdere functies 1972-1993: bisschop van Roermond
1996-2007: bisschop van Reykjavik
Voorganger Bisschop van Roermond:
Petrus Moors
Bisschop van Reykjavik:
Alfred James Jolson
Opvolger Bisschop van Roermond:
Frans Wiertz
Bisschop van Reykjavik:
Pierre Bürcher
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Joannes Mathijs (Jo) Gijsen (Oeffelt, 7 oktober 1932Sittard, 24 juni 2013[1][2]) was een Nederlands bisschop van de Katholieke Kerk.

Gijsen was van 1972 tot 1993 bisschop (de achtste sinds het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland) van het bisdom Roermond, van 1993 tot 1996 titulair bisschop van Maastricht en van 1996 tot 2007 bisschop van het bisdom Reykjavik in IJsland. Zijn bisschoppelijk motto was Parate viam Domini (= Bereid de weg des Heren, een tekst van Jesaja 40;3, aangehaald in Matt. 3 en Lucas 3).

Levensloop

Joannes Gijsen werd in 1932 in de Brabantse gemeente Oeffelt geboren. Zijn vader was afkomstig uit het Limburgse Stramproy en werkte daar als spoorwegbeambte. Gijsen woonde in zijn jeugd in Sittard. Na zijn opleiding aan het gymnasium en grootseminarie werd Jo Gijsen op 6 april 1957 in Roermond tot priester gewijd door mgr. dr. Guillaume Lemmens. Hij werd kapelaan te Valkenburg (tot 1959) en vervolgens leraar aan het klein-seminarie Rolduc te Kerkrade. Hij studeerde theologie en kerkgeschiedenis aan de universiteiten van Bonn en Münster. Zijn leraarsfunctie te Kerkrade combineerde hij met docentschappen aan het groot-seminarie te Roermond (1963–1966) en de academie voor bouwkunst te Maastricht (vanaf 1964). Gijsen promoveerde in 1964 tot doctor in de kerkgeschiedenis. In een in 1971 gepubliceerde voordracht (De priester en de crisis in de Kerk) uitte hij kritiek op het beleid in de Katholieke Kerk in Nederland sinds het Pastoraal Concilie. Tot 1972 was hij rector van het zusterklooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem.[3]

Bisschop van Roermond

Homoseksuelen demonstreren in 1979 in Roermond tegen uitlatingen van bisschop Gijsen. Op het spandoek staat te lezen: "Gijsen flikker op"

Rector Jo Gijsen werd op 20 januari 1972 door paus Paulus VI benoemd tot bisschop van het bisdom Roermond. Op 13 februari 1972 werd hij in Vaticaanstad tot bisschop gewijd door de paus zelf. Paulus VI dwong bij die gelegenheid kardinaal Bernardus Alfrink, aartsbisschop van Utrecht, Gijsen in Rome de handen op te leggen, wat volgens Bosmans Alfrinks "zwaarste gang naar Rome" werd.[4] Op 4 maart 1972 vond de inbezitneming van de zetel in de Roermondse kathedraal plaats.

Als nieuwe bisschop ging Gijsen meteen aan de slag. De al gemaakte plannen om het Limburgse bisdom in lijn met de constituties en decreten van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) te brengen werden uitgevoerd. Hij ontwierp een nieuw reglement voor katholieke scholen. Ook werd het protocol aangescherpt en ontwikkelde bisschop Gijsen een eigen beleidsstijl die door zijn aanhangers als stijlvol, modern en zakelijk werd omschreven, passend bij de Kerk van na het Concilie. In relatief korte tijd wist Gijsen een behoorlijke mate van populariteit op te bouwen onder het behoudende deel van de Limburgse gelovigen. Meer modernistisch ingestelde katholieken joeg hij echter met zijn beleid tegen zich in het harnas.

Zijn benoeming tot bisschop werd gezien als een maatregel van paus Paulus VI om de onrustige Nederlandse kerkprovincie weer meer richting het midden van de wereldkerk te krijgen. Net als de benoeming in 1970 van Ad Simonis tot bisschop van Rotterdam veroorzaakte ook zijn benoeming hevig protest van met name overtuigd modernistische geestelijken en leken.[5] Gijsen steunde openlijk de Rooms Katholieke Partij Nederland, die tot de jaren '80 bestond.

Seminarie Rolduc

In 1974 richtte Gijsen het grootseminarie Rolduc op.[6] Tot die tijd was dit Rolduc een kleinseminarie. Zeven jaar eerder hadden de Nederlandse bisschoppen en de priesterordes hun samen ongeveer vijftig seminaries gesloten en vervangen door vijf theologische hogescholen. Nieuwe priesters leverden deze vijf opleidingen echter nauwelijks op. Rolduc verschafte in de periode tussen haar ontstaan en 2004, dertig jaar later, de opleiding aan 180 priesters, onder wie de latere aartsbisschop Eijk, bisschop Punt (bisdom Haarlem-Amsterdam) en hulpbisschop De Jong (bisdom Roermond). De bisschoppen Hans van den Hende (Rotterdam) en Gerard de Korte (Groningen-Leeuwarden) werden aan het begin van de 21e eeuw overigens van buiten de kring van Gijsen aangetrokken.

Missiebureau Roermond

Gedurende deze periode ontstond ook een controverse rond verscheidene Limburgse missie-organisaties. Het Bureau voor Internationale Solidariteit in Roermond had zich in 1983 in het geheim opgeworpen als het Limburgse steunpunt van het Komitee Kruisraketten Nee, waarin naast het IKV ook de PPR, de CPN en andere linkse partijen zaten. Dit werd ontdekt door de telefoonnummers op de pamfletten van het kruisrakettencomité te vergelijken met de bestaande telefoonboeken. De latere voorzitter van Pro Ecclesia et Pontifice (=Voor Kerk en Paus), mevrouw mr. Erica Schruer, gaf die informatie door aan het Katholiek Nieuwsblad. Gijsen kwam er bovendien via kerkelijke kanalen achter dat het ingezamelde geld niet zozeer voor de missie gebruikt werd, maar voor sociale en emanciperende projecten, zonder dat de Kerk er nadrukkelijk bij betrokken was; bovendien bleken er vele projecten van linkse bevrijdingstheologen begunstigd te worden in projecten in Zuid-Amerika.

Nadat Gijsen deze organisaties herhaaldelijk veroordeeld had, richtte hij een eigen missiebureau op, dat tot op de huidige dag actief is.[bron?] Het splitsen van de katholieke ontwikkelingssamenwerking door oprichting van dit missiebureau leverde de bisschop herhaaldelijk kritiek op. Vaak werd er tegen de bisschop scherpe kritiek geuit via regionale kranten (Dagblad De Limburger) of de landelijke media. Gijsen vond het ook erg opvallend dat veel participanten van de Acht-Mei-beweging actief waren in organisaties voor ontwikkelingssamenwerking. Dit was een reden voor de bisschop om de relaties met de bestaande missie-organisaties in Limburg op een laag pitje te zetten. Voorstanders van de bisschop vonden dat hij via de Bijzondere Synode in 1980 onder druk was gezet door zijn medebisschoppen om een handtekening onder het document te plaatsen waarin hij beloofde de eenheid met de missieorganisaties te herstellen. Dit herstel is tot en met zijn vertrek nooit van de grond gekomen.

Stein

In Stein ontstond er een conflict tussen Gijsen en een groep traditionalistische rooms-katholieken rond de familie Meuleberg en de mystica en zieneres Bertha Meuleberg, die gezamenlijk een nieuwe kapel wilden laten inwijden. Bisschop Gijsen wilde deze kapel niet inzegenen omdat dat als een kerkelijke bevestiging zou kunnen worden opgevat van de genezing van de zieneres, van het bloedende kruis en van de stigmata. In 1976 verbood hij dan ook de gelovigen deel te nemen aan erediensten en de inwijding door de Franse aartsbisschop-emeritus Marcel Lefebvre van de lokale kapel van het Heilig Lijden van Christus, waar de Tridentijnse ritus bewaard bleef. Gelovigen die gehecht waren aan deze ritus verklaarden daarop in De Limburger "geen cent" meer om het bisdom van Gijsen te geven. Lefebvre diende in de kapelnieuwbouw te Stein het vormsel volgens de klassieke Romeinse ritus meerdere jaren toe, onder grote belangstelling van de lokale pers.[7] Een langdurige scheuring met een significant aantal conservatieve katholieken bleef onder Gijsen echter wel uit.

Aftreden en opvolging

In 1993 trad Gijsen op dringend advies van zijn arts - volgens wie de kans op een collaps zeer groot was - af als bisschop van Roermond en trok zich terug in een klooster te Walpersdorf (Oostenrijk). Volgens het Katholiek Nieuwsblad kan op de achtergrond de zaak van de conrector van zijn priesteropleiding, die publiekelijk beschuldigd was van een homoseksuele verhouding met een (overigens reeds oudere, lang volwassen) seminarist, hier ook een rol in gespeeld hebben.[8] Volgens sommigen zou Gijsen door de toestand op zijn seminarie de steun van het Vaticaan ontvallen zijn. Zelf heeft hij dit altijd ontkend.[9] Gijsen werd opgevolgd door mgr. F.J.M. Wiertz, die hem bij zijn installatie-mis beschreef als degene die in het bisdom de priesters hun identiteit had teruggegeven.

Titulair bisschop van Maastricht

Van 1993 tot 1996 was Gijsen titulair bisschop van Maastricht. In deze periode was hij rector van een zusterklooster in voornoemd Walpersdorf.

Bisschop van Reykjavik

Gijsen werd op 12 oktober 1995 benoemd tot apostolisch administrator van het bisdom Reykjavik en op 25 mei 1996 tot bisschop van Reykjavik in IJsland, waar ongeveer 9000 personen (=3% van de bevolking) katholiek zijn en waar elf priesters werken. Zijn kathedraal was de uit 1929 daterende Landakotskirkja. Hij werd daarmee na Hendrik Hubert Frehen (1917-1986) de tweede Limburgse bisschop van IJsland. In november 2012 maakte de IJslandse onderzoekscommissie naar misbruik in de Katholieke Kerk, onder leiding van Hjördís Hákonardóttir, bekend dat Gijsen in zijn periode als bisschop een brief over seksueel misbruik heeft vernietigd.[bron?] Gijsen reageerde hierop door te schrijven dat de brief slechts om een vermoeden ging en dat de briefschrijver en hijzelf samen hadden besloten de brief te vernietigen.[bron?]

Klachten seksueel misbruik

In 2010 werd bij het katholieke klachtenbureau "Hulp en Recht" een klacht tegen de bisschop ingediend. Een anonieme oud-leerling van Rolduc stelde dat mgr. Gijsen eind jaren vijftig bij het surveilleren op de slaapzaal zou hebben 'gegluurd' toen deze leerling zichzelf in zijn eigen bed seksueel bevredigde (masturbeerde).[10] Gijsen ontkende deze aantijging met klem, en voerde aan zelfs nooit surveillant te zijn geweest op de slaapzalen van Rolduc. De klachtencommissie van het meldpunt seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke Kerk verklaarde de klacht ongegrond.[11]

In 2014, bijna een jaar na de dood van Gijsen, heeft de klachtencommissie inzake seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke Kerk twee klachten tegen Gijsen gedeeltelijk gegrond verklaard had.[12] De klachtencommissie oordeelde dat twee klachten voor wat betreft het betasten van intieme delen voldoende gegrond waren. Gijsen heeft zich naar het oordeel van de klachtencommissie schuldig gemaakt aan betasting van minderjarige jongens; de verdergaande gedeelten van de twee klachten zouden onvoldoende door steunbewijs gestaafd zijn.[13]

Emeritaat en overlijden

Gijsen ging op 30 oktober 2007, de maand waarin hij 75 werd, met emeritaat. Als bisschop van Reykjavík werd hij opgevolgd door de Zwitserse hulpbisschop Pierre Bürcher. Gijsen keerde terug naar Nederland, en nam in Sittard de zielzorg van de zusters karmelietessen aan de Kollenberg op zich. Op 24 juni 2013 overleed de bisschop in Sittard op 80-jarige leeftijd na een lang ziekbed. Hij leed aan een ongeneeslijke vorm van kanker. Gijsens uitvaart vond plaats op 29 juni van dat jaar in de Roermondse Sint-Christoffelkathedraal. Hij kreeg zijn laatste rustplaats op het kloosterkerkhof van diezelfde zusters karmelietessen.[14]

Onderscheidingen

Werk

  • Nikolaus Heyendal, 1658–1733, Abt von Rolduc, und seine Stellung zum Jansenismus (1964; diss.)
  • Joannes Augustinus Paredis, 1795–1886, bisschop van Roermond en het Limburg van zijn tijd (1968)
  • Skizze der Geschichte des Katholizismus in Holland, in: Exempel Holland (1972)
  • Bereidt de weg des Heren (1978)
  • Zekerheid en vrede, katholiek geloofsboek (1978)
  • In Gods naam: spiritualiteit en levenservaring van de priester (1983)
  • Jezus volgen
  • Omgaan met het leven (1985)
  • Katholiek onderwijs, illusie of toekomstperspectief (1989)
Zie de categorie Joannes Gijsen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Voorganger:
Petrus Moors
Titulair bisschop van Maastricht
1993-1996
Opvolger:
Marco Pérez Caicedo