Naar inhoud springen

Academiegebouw (Leiden): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
CarsracBot (overleg | bijdragen)
k Robot: automatisch tekst vervangen (-koningin Beatrix +prinses Beatrix & -Konigin Beatrix +Prinses Beatrix)
Regel 20: Regel 20:


==Zweetkamertje==
==Zweetkamertje==
In het Academiegebouw bevindt zich het zogeheten [[Zweetkamertje]]. In dit kamertje wachtten examenkandidaten traditioneel de uitslag van het examen af. Nog steeds zetten pas afgestudeerden en zojuist gepromoveerden er hun handtekening op de muur. Onder de handtekeningen bevinden zich die van enkele leden van de [[Koninklijke familie (Nederland)|koninklijke familie]] ([[Beatrix der Nederlanden|koningin Beatrix]], [[Willem-Alexander der Nederlanden|prins Willem-Alexander]]), maar ook van bijvoorbeeld [[Winston Churchill]] en [[Nelson Mandela]].
In het Academiegebouw bevindt zich het zogeheten [[Zweetkamertje]]. In dit kamertje wachtten examenkandidaten traditioneel de uitslag van het examen af. Nog steeds zetten pas afgestudeerden en zojuist gepromoveerden er hun handtekening op de muur. Onder de handtekeningen bevinden zich die van enkele leden van de [[Koninklijke familie (Nederland)|koninklijke familie]] ([[Beatrix der Nederlanden|prinses Beatrix]], [[Willem-Alexander der Nederlanden|prins Willem-Alexander]]), maar ook van bijvoorbeeld [[Winston Churchill]] en [[Nelson Mandela]].


==Plaque==
==Plaque==

Versie van 5 jul 2013 19:19

Het Academiegebouw van de Universiteit Leiden

Het Academiegebouw, gelegen aan het Rapenburg, is het oudste gebouw en het hart van de Universiteit Leiden. Hoewel er in het Academiegebouw, een rijksmonument, nog steeds colleges worden gegeven, wordt het vandaag de dag vooral gebruikt voor gebeurtenissen met een zeker ceremonieel karakter, zoals afstudeerplechtigheden, oraties en promoties.

Geschiedenis

Het Academiegebouw dateert uit 1516. In dat jaar werd het gewijd als kapel voor het aan het Rapenburg gevestigde dominicanessenklooster. De gevel bestaat uit acht traveeën, voorzien van hoge spitsboogvensters. Het interieur van de kerk ging in 1566 verloren bij de eerste Beeldenstorm, het gebouw zelf werd na het Leidens ontzet in 1574 geconfisqueerd. Sinds 1581 wordt het gebouw gebruikt door de zes jaar daarvoor gestichte universiteit. In 1616 werd het gebouw verbouwd om het geschikter te maken voor de universiteit. Zo werd de kapel opgedeeld in twee verdiepingen, waarbij het Groot- en het Klein Auditorium ontstonden. In het Groot Auditorium staat een dubbel spreekgestoelte. Alleen professoren mogen vanaf het bovenste gestoelte spreken. In het Klein Auditorium is tegenwoordig het schilderij van Witkam uit 1848 te bezichtigen waarop burgemeester van de Werff tijdens het beleg van Leiden zijn arm aan de uitgehongerde Leidenaars aanbiedt.

De karakteristieke toren van het Academiegebouw dateert uit 1670 en werd gebouwd naar een ontwerp van Willem van der Helm. Dit was echter niet de eerste toren op het dak van het gebouw: van 1632 tot ver in de negentiende eeuw stond er op het dak ook een vierkanten houten toren met het kwadrant van Snellius. Dit was de eerste huisvesting van de Sterrewacht Leiden, de oudste universitaire sterrenwacht ter wereld.

Ook de Universiteitsbibliotheek Leiden was aanvankelijk in het Academiegebouw ondergebracht, maar kreeg al in 1591 haar eigen huisvesting.

Naast het Academiegebouw zaten boekverkopers en drukkers, zoals Jordaan Luchtmans, Pieter van der Aa, Willem de Groot, Jan Willem de Groot en Isaac Elzevier, die hun academische drukwerken verkochten aan studenten en professoren. De naam Elzevier werd enkele eeuwen later gebruikt door de grondlegger van het concern Elsevier. Rechts van het gebouw is een gietijzeren hekwerk met poort met daarachter een klein hofje; de huidige ingang van het gebouw is direct links daaraan gelegen. Direct links van de ingang is tevens het Academisch Historisch museum.

Tevens rechtdoor de ingang van de Hortus botanicus Leiden, beroemd omdat daar Carolus Clusius en Herman Boerhaave ooit rondliepen. Boven de poort naar de Hortus Botanicus is de tuinkamer. Deze kamer is afkomstig uit een woonhuis aan Rapenburg 69, dat inmiddels door verbouwingen niet meer in haar vroegere hoedanigheid bestaat. Samuel Luchtmans, een bekend drukker en uitgever in de 18de eeuw, en zijn vrouw lieten de fraaie wandbehangsels en de schouw in hun huis aanbrengen. De universiteit, die Rapenburg 69 ook bezit, liet het interieur in 1936 overplaatsen.

Vanaf het Academiegebouw lopen al meer dan vier eeuwen de hoogleraren over de Nonnenbrug, via de Kloksteeg naar de Pieterskerk. Elk jaar opnieuw, bij de opening van het academisch jaar in september, én bij de viering van de dies natalis van de universiteit op 8 februari.

Senaatskamer

Op de eerste verdieping is de senaatskamer, waar de muren van onder tot boven vol hangen met portretten van hoogleraren. Tegenwoordig wordt deze kamer voornamelijk gebruikt voor ceremonies als de wetenschappelijke promotie.

Zweetkamertje

In het Academiegebouw bevindt zich het zogeheten Zweetkamertje. In dit kamertje wachtten examenkandidaten traditioneel de uitslag van het examen af. Nog steeds zetten pas afgestudeerden en zojuist gepromoveerden er hun handtekening op de muur. Onder de handtekeningen bevinden zich die van enkele leden van de koninklijke familie (prinses Beatrix, prins Willem-Alexander), maar ook van bijvoorbeeld Winston Churchill en Nelson Mandela.

Plaque

Plaque voor Herman Coster

Bij de ingang van het Academiegebouw bevindt zich een plaque ter nagedachtenis aan Leids alumnus Herman Coster, die in 1899 stierf in de slag bij Elandslaagte in de Tweede Boerenoorlog.

Belvédère Academia

Belvédère Academia is eigenaar van het gebouw, en verhuurt het op absolute triple-net voorwaarden aan de universiteit. Dit betekent dat alle kosten voor onderhoud en instandhouding, verzekering, schoonmaak en belastingen en aansprakelijkheden en alle overige aan de gebouwen gerelateerde kosten voor rekening van de universiteit zijn. Belvédère Academia mag ongeveer de helft van het Academiegebouw gebruiken voor het houden van exposities, tentoonstellingen en andere museale activiteiten.[1]