zelfscan

Nederlands

zelfscan

Uitspraak

• Geluid:  zelfscan    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zelf·scan

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zelf zn  en  scan zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zelfscan	zelfscans
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfscan m

1. apparaat waarbij klanten hun eigen boodschappen kunnen scannen en afrekenen

   ▸ Daarom zet Albert Heijn steeds meer in op winkels in binnensteden met invulling die specifiek voor die doelgroep is, zoals Allerhande Kookt, tap to go en zelfscan.

   ▸ De supermarkt kampte deze ochtend met een grote kassastoring. In winkels in het hele land konden caissières geen klanten helpen. Alleen bij de zelfscan konden mensen hun boodschappen afrekenen. De helft van de ruim 900 winkels was dicht. 486 filialen hebben een zelfscan en konden openblijven.

Verwante begrippen

• zelfscannen, zelfscanner, zelfscankassa, zelfscansysteem

Gangbaarheid

• Het woord zelfscan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.