zandaal
Uiterlijk
- zand·aal
- samenstelling van zand en aal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zandaal | zandalen |
verkleinwoord | zandaaltje | zandaaltjes |
de zandaal m
- (straalvinnigen) bepaald soort vis, Hypoptychus dybowskii , uit de familie zandalen (Hypoptychidae ) van de orde stekelbaarsachtigen (Gasterosteiformes )
- De zandaal is een zoutwatervis uit de Stille Oceaan en wordt zo'n 6 cm lang.
- Het woord zandaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zandaal" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 30 %
- Prevalentie Vlaanderen 22 %