waarloos
Uiterlijk
- waar·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | waarloos | waarlozer | waarloost |
verbogen | waarloze | waarlozere | waarlooste |
partitief | waarloos | waarlozers | - |
- (scheepvaart) (van alles wat als reservemateriaal ingescheept wordt) vervangend [4]
- zonder toezicht, onachtzaam [5]
- [1] waarzeil
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord waarloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.