voorspoed
Uiterlijk
- voor·spoed
- In de betekenis van ‘succes’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
- samenstelling van voor en spoed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorspoed | |
verkleinwoord |
de voorspoed m
- dat het goed gaat
- Bij het huwelijk wensen wij het bruidspaar veel voorspoed en geluk.
1.
- Het woord voorspoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorspoed" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "voorspoed" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be