verguizen
Uiterlijk
- ver·gui·zen
- In de betekenis van ‘beschimpen’ voor het eerst aangetroffen in 1450 [1]
- van Middelnederlands vergusen; op te vatten als afgeleid van guizen met het voorvoegsel ver- [2][3]
verguizen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verguizen |
verguisde |
verguisd |
zwak -d | volledig |
- te schande maken, belachelijk maken, bekritiseren
- Het verguizen van het onderzoek van Buikhuisen (naar de - inderdaad aanwezige - biologie van agressie) en de populariteit van het wetenschappelijk waardeloze onderzoek naar de - niet aangetoonde - effecten van opvoeding op het ontstaan van autisme zijn slechts twee voorbeelden uit mijn eigen vakgebied.[4]
- "We begrijpen volledig dat emoties hoog oplopen. Maar er is geen excuus voor het lastigvallen van patiënten en families terwijl ze zelf vaak in lastige situaties zitten, of voor het verguizen van toegewijde doctoren en verpleegkundigen."[5]
- Het woord verguizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verguizen" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "verguizen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ verguizen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Volkskrant René S. Kahn 4 september 2014
- ↑ NRC Christiaan Paauwe 23 juli 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 89 %
- Prevalentie Vlaanderen 74 %