Naar inhoud springen

vars

Uit WikiWoordenboek
stellend vergrotend overtreffend
vars
varse
varser varste

vars

  1. vers, fris, zoet
    «Die lug is soos die varse geur as die donderweer oorkom, soos in die vroeë oggend aan die seekus.»
    Die lucht lijkt op de frisse geur als er onweer overtrekt, zoals in de vroege ochtend aan de zeekust.