traankanaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  traankanaal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• traan·ka·naal

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  traan  en  kanaal 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	traankanaal	traankanalen
verkleinwoord	traankanaaltje	traankanaaltjes

Zelfstandig naamwoord

het traankanaal o

1. (biologie) kanaal dat het traanvocht uit de traanzak naar de neusgang geleidt

Synoniemen

• traanbuis

Vertalingen

    1.   

Duits: Tränennasengang (de) m Engels: tear duct (en)

Frans: conduit lacrymal (fr) m Spaans: conducto lagrimal (es) m

Gangbaarheid

• Het woord traankanaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.