suikermaïs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  suikermaïs    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• sui·ker·ma·is

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  suiker  en  maïs zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	suikermaïs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de suikermaïs m

1. (bloemplanten) Zea mays convar. saccharata  een ondervariëteit van maïs, hoofdzakelijk geteeld voor verse consumptie

• 
  Een veld met suikermaïs
• 
  Een kolf suikermaïs
• 
  Een portie gestoomde suikermaïs

Hyperoniemen

• maïs, grassenfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'suikermaïs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] suikermaïs op Wikidata