sporkehout
Uiterlijk
- Geluid: sporkehout (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspɔrkeˌhɑut / (3 lettergrepen)
- spor·ke·hout
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sporkehout | - |
verkleinwoord | - | - |
het sporkehout o
- (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Frangula alnus , die inheems is in de Benelux, tot 7 meter hoog kan worden en behoort tot de wegedoornfamilie (Rhamnaceae )
- ▸ De eieren worden afgezet op sporkehout of wegedoorn, en daarna fladderen de overwinteraars nog tot juni rond.[3]
- Als wetenschappelijke benaming is ook Rhamnus frangula nog in gebruik.
- amandelwilg
- berijpte wilg
- beuk
- bittere wilg
- boskers
- boswilg
- Duitse dot
- eetappel
- es
- esp
- Europese vogelkers
- fladderiep
- gele kornoelje
- geoorde wilg
- gewone es
- gewone esdoorn
- gewone vogelkers
- gladde iep
- grauwe abeel
- grauwe wilg
- grootbladige linde
- haagbeuk
- Hollandse linde
- hulst
- katwilg
- kleinbladige linde
- kraakwilg
- kronkelwilg
- laurierwilg
- mispel
- ratelpopulier
- rode kornoelje
- ruwe berk
- ruwe iep
- schietwilg
- Spaanse aak
- sporkeboom
- steeliep
- veldesdoorn
- vuilboom
- waterwilg
- wegedoorn
- wilde appel
- wilde lijsterbes
- wilde peer
- wintereik
- winterlinde
- witte els
- zachte berk
- zoete kers
- zomereik
- zomerlinde
- zwarte els
- zwarte populier
- zwarte wilg +
1. bepaald soort loofboom, Frangula alnus
- Het woord sporkehout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] sporkehout in het Nederlands Soortenregister N
- [1] sporkehout op Wikidata
- [1] sporkehout op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sporkehout op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Marion de Boo“Fladderen in de stad” (16 maart 1995) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -e- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bloemplanten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal