spela

Nynorsk

Woordafbreking

• spe·la

Werkwoord

spela

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast spele, zie aldaar

Werkwoord

spela

1. verleden tijd van spela
2. voltooid deelwoord van spela

Schrijfwijzen

• [1]: spelte
• [2]: spelt

Werkwoord

spela

1. verleden tijd van spele
2. voltooid deelwoord van spele

Schrijfwijzen

• [1]: spelte
• [2]: spelt

Werkwoord

spela

1. gebiedende wijs van spela

Schrijfwijzen

• spel
• spele

Werkwoord

spela

1. gebiedende wijs van spele

Schrijfwijzen

• spel
• spele

Zelfstandig naamwoord

spela,

1. bepaalde vorm nominatief meervoud van spel

Zelfstandig naamwoord

spela, v

1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van spele

Zelfstandig naamwoord

spela

1. verouderde spelling of vorm van spele tot 2012

(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van spele v

Zweeds

Uitspraak

• Geluid:  spela    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• spe·la

stamtijd
infinitief	verleden tijd	supinum
spela	spelade	spelat
	volledig

Werkwoord

spela

1. spelen