solair
Uiterlijk
- so·lair
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | solair | solairder | solairst |
verbogen | solaire | solairdere | solairste |
partitief | solairs | solairders | - |
solair
- (astronomie) op de zon betrekking hebbend
- Het woord solair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "solair" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ solair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be