signare
Uiterlijk
- IPA: /sig.naː.rɛ/
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
signāre | signo | signāvi | signātum |
eerste vervoeging | volledig |
overgankelijk signare
vervoeging van |
---|
signar |
signare
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van signar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van signar
vervoeging van |
---|
signarse |
signare