schimp
Uiterlijk
- schimp
vervoeging van |
---|
schimpen |
schimp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schimpen
- Ik schimp.
- gebiedende wijs van schimpen
- Schimp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schimpen
- Schimp je?
- Het woord schimp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schimp" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be