roggetje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  roggetje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rog·ge·tje

Zelfstandig naamwoord

het roggetje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rog
2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rogge

Gangbaarheid

• Het woord roggetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roggetje" herkend door:

79 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.