rinkinken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rinkinken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rin·kin·ken

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘rinkelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1654

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
rinkinken	rinkinkte	gerinkinkt
zwak -t	volledig

Werkwoord

rinkinken

1. onovergankelijk rinkelen

Gangbaarheid

• Het woord rinkinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rinkinken" herkend door:

8 %	van de Nederlanders;
9 %	van de Vlamingen.