redeneringsvermogen
Uiterlijk
- re·de·ne·rings·ver·mo·gen
- samenstelling van redenering zn en vermogen zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | redeneringsvermogen | redeneringsvermogens |
verkleinwoord | - | - |
het redeneringsvermogen o
- het goed kunnen redeneren
- Het woord redeneringsvermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.