raw

Engels

Uitspraak

• Geluid:  raw (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /ɹɔ/

Woordafbreking

• raw

Woordherkomst en -opbouw

• erfwoord via Middelengels raw van Angelsaksisch hreaw

stellend	vergrotend	overtreffend
true	rawer	rawest

Bijvoeglijk naamwoord

raw

1. onbewerkt, rauw, ruig, ruw
2. (kookkunst) rauw
3. (van een schaafwond) open

Synoniemen

• [1]: untreated
• [2]: uncooked

Antoniemen

• [2]: cooked

Gangbaarheid

• In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "raw" herkend door:

99 %	van de Amerikanen;
100 %	van de Britten.