procope
Uiterlijk
- pro·co·pe
- Leenwoord uit Oudgrieks prokopḗ, afgeleid van prokóptein ‘naar voren stoten, dan vorderingen maken’.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | procope | procopes procope's procopen |
verkleinwoord |
- (taalkunde) deletie van een of meer klanken of een lettergreep aan het woordbegin
1. wegval van beginklank
- Het woord procope staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "procope" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ procope op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be