poepgoed
Uiterlijk
- poep·goed
- intensiverende samenstelling van poep zn en goed bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | poepgoed |
verbogen | poepgoede |
partitief | poepgoeds |
poepgoed
- meer heel veel kwaliteit, de verwachtingen overtreffend
- ▸ „Op een gegeven moment móet je vernieuwen," zegt bedrijfsleider A.J. Reitsma. „Toen we zes jaar geleden open gingen stond iedereen met open mond te kijken. Maar na zo'n vijfëneenhalf jaar heeft iedereen het wel gezien. Dan moet je weer met iets geheel nieuws komen. En dat doen wij dan liever in één keer poepgoed, zodat het weer is: dat móet je gezien hebben. Wij willen de nieuwe manier van uitgaan voor de komende jaren introduceren."[1]
- Het woord 'poepgoed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron BlueTiek-in Vrijdag in: Het vrije volk, jrg. 44 nr. 12735 (5 december 1988), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 2 kol. 3
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Intensivering in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal