plengen
Uiterlijk
- plen·gen
- In de betekenis van ‘uitgieten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1655 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
plengen |
plengde |
geplengd |
zwak -d | volledig |
plengen
- overgankelijk vergieten
- Er is veel bloed geplengd in Irak.
- een traan ~: huilen
- Bij het afscheid plengt hij een traantje.
- Het woord plengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plengen" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "plengen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 72 %
- Prevalentie Vlaanderen 67 %