plagge

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  plagge    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• plag·ge

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van plag

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	plagge	plaggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plagge v / m

1. afgestoken stuk met gras of heide begroeide grond

Synoniemen

• plag, zode, graszode, heidezode

Gangbaarheid

• Het woord plagge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plagge" herkend door:

61 %	van de Nederlanders;
26 %	van de Vlamingen.