overigens
Uiterlijk
- ove·ri·gens
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: voor het overige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1735 [1]
overigens
- buiten het zojuist genoemde om
- Dat is overigens al eerder gezien.
- Het woord overigens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overigens" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "overigens" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be