opvulsel
Uiterlijk
- op·vul·sel
- Naamwoord van handeling van opvullen met het achtervoegsel -sel[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opvulsel | opvulsels |
verkleinwoord |
het opvulsel o
- materiaal waarmee je iets vol kan maken zonder dat dit materiaal erg waardevol of belangrijk is vaak in figuurlijke zin gebruikt
- Ik denk dat het vooral komt doordat in het deel over Wessel tamelijk veel ’opvulsel’ zit, zoals de al genoemde vergaderingen.[2]
- De bokspartijtjes in Arms zijn leuk en uitdagend, maar spelvarianten als volleybal en basketbal kunnen minder boeien. Ze voelen als opvulsel.[3]
- Sommige hespen in de Belgische supermarkten bevatten zoveel additieven en ‘opvulsel’ dat ze buiten de wettelijke definitie van gekookte ham vallen.[4]
- Het woord opvulsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opvulsel" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Hennie Walgemoed 22-10-2008 Joke Verweerd raakt lezer met ”Pareloester”
- ↑ de Telegraaf Tjerk de Reus 10-05-2006 Review: Arms en Splatoon 2
- ↑ de Standaard 27/02/2018 om 16:59 door evdg Test-Aankoop waarschuwt voor hesp in onze supermarkt: te veel vocht, te weinig vlees
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be